Biomarkers zijn niet meer weg te denken uit de immuunoncologie. De kennis over de effectiviteit van biomarkers vordert gestaag, vertellen klinisch patholoog dr. Jan von der Thüsen en longarts prof. dr. Joachim Aerts (beiden van het Erasmus MC, Rotterdam).
Een biomarker is een eigenschap van een tumor waarmee is te voorspellen hoe de ziekte zich zal ontwikkelen (diagnostisch/prognostisch) of hoe de patiënt zal reageren op een bepaalde behandeling (predictief). Met name predictieve biomarkers staan momenteel volop in de belangstelling, vertelt Von der Thüsen. ‘Ze bepalen, aan de hand van een verwachte slagingskans, of een behandeling kan plaatsvinden. De voorspellende waarde betreft aan de ene kant de vraag of een therapie gegeven kan worden, en aan de andere kant wat de te verwachten respons dan is.’
Nieuwe informatie
Lange tijd was de enige ‘biomarker’ de typering en stadiëring van tumorcellen onder de microscoop. Op basis daarvan werd besloten of de patiënt chirurgisch werd behandeld of met chemotherapie. Later is daar de immuunhistochemie bij gekomen, oftewel aankleuring van tumorcellen met antilichamen. Dat leverde nieuwe informatie over karakteristieken van een tumor, met mogelijk een voorspellende waarde voor het gedrag van de tumor of de respons op behandeling. Een relatief recent voorbeeld hiervan is PD-L1. ‘En sinds enige tijd vindt ook moleculaire diagnostiek plaats. Daarmee wordt gekeken naar DNA-afwijkingen in een tumor, die iets kunnen vertellen over de respons op bepaalde medicatie die specifiek ingrijpt op de eiwitten die door de mutaties veranderd zijn.’