Meer dan de helft van de nieuwe patiënten met colorectaal carcinoom (CRC) is ouder dan 70 jaar. Deze groep krijgt minder vaak adjuvante systeemtherapie dan jongere patiënten. Soms terecht vanwege bijvoorbeeld comorbiditeit, maar regelmatig wordt afwijking van de richtlijn niet onderbouwd, stelt internist-oncoloog prof. dr. Kees Punt. Samen met epidemioloog prof. dr. Valery Lemmens doet hij onderzoek naar de naleving van de landelijke richtlijn voor CRC.
Jaarlijks krijgen ruim 15.000 Nederlanders de diagnose CRC. ‘De behandeling is afhankelijk van de precieze locatie, het stadium van de ziekte, maar ook van de conditie van de patiënt’, vertelt Lemmens. Bij patiënten met coloncarcinoom met regionale kliermetastasen – stadium III – bestaat de adjuvante behandeling standaard uit chemotherapie met fluoropyrimidine – capecitabine of 5-fluorouracil/leucovorin – en oxaliplatine. Patiënten met naar de organen gemetastaseerd CRC krijgen daar ook doelgerichte therapie bij met bevacizumab, cetuximab of panitumumab. Oudere CRC-patiënten blijken minder vaak volgens de richtlijn te worden behandeld dan jongere patiënten. ‘Ouderen met stadium III coloncarcinoom krijgen vaker monochemotherapie en ouderen met op afstand gemetastaseerde ziekte krijgen minder vaak doelgerichte medicijnen’, aldus Lemmens. ‘Soms heeft van de richtlijn afwijken een goede reden: ouderen hebben meer comorbiditeit, een lagere levensverwachting en andere levensdoelen. Daarom is het logisch dat ouderen als groep anders worden behandeld. Het kan zelfs wijzen op een goede kwaliteit van zorg.’
Heterogene groep
Ook Punt vindt dat er goede redenen kunnen zijn om de richtlijn niet te volgen. ‘Toevoeging van oxaliplatine aan adjuvante chemotherapie geeft meer toxiciteit. Iemand ouder dan 80 jaar krijgt dit chemotherapeuticum daarom meestal niet, tenzij iemand buitengewoon fit is. Maar hoe zit dat bij mensen van 70 of 75 jaar? ‘Dat is een grijs gebied. Dan komt het aan op je behandelervaring waarmee je inschat of een patiënt een bepaalde therapie aankan. Als je besluit om van de richtlijn af te wijken, moet je de redenen daarvoor in het patiëntendossier vastleggen. Dat gebeurt helaas niet altijd.’