Kwaliteit van leven bij prostaatcarcinoom verdient meer aandacht. Maar het is geen eenvoudig onderwerp, aldus dr. Andre Bergman, internist-oncoloog aan het NKIAVL.
Kwaliteit van leven zou volgens Bergman de belangrijkste factor moeten zijn in beslissingen rond de behandeling van kankerpatiënten in het algemeen, en zeker van prostaatkankerpatiënten. ‘Maar in de praktijk wordt in de spreekkamer meer gesproken over de verwachte werking van een behandeling dan over de negatieve gevolgen. Terwijl patiënten bij zowel curatieve als palliatieve behandeling te maken krijgen met bijwerkingen of late gevolgen die de kwaliteit van leven ook na jaren nog kunnen beïnvloeden.’
Grote impact
Bij gemetastaseerd prostaatcarcinoom is alleen al het verlagen van de testosteronspiegel niet zonder gevolgen voor de kwaliteit van leven. Androgeen depriverende therapie (ADT) heeft een grote impact, stelt Bergman. ‘Het wordt over het algemeen vrij makkelijk voorgeschreven, maar een man zonder testosteron krijgt ontegenzeggelijk klachten en zal ook als persoon veranderen. Ook patiënten die zijn genezen middels radiotherapie of prostatectomie rapporteren nog jaren later een slechtere kwaliteit van leven. Ik denk dat dat in de spreekkamer veel meer aandacht moet krijgen. Als oncoloog ben je natuurlijk enthousiast over een nieuwe en veel belovende behandeling en vertel je misschien dat de bijwerkingen wel zullen meevallen, maar de gemiddelde overlevingswinsten zijn veelal tot een paar maanden beperkt, terwijl niet goed valt te voorspellen wie de behandeling goed gaat verdragen en wie toch aanzienlijke bijwerkingen zal ervaren. Voor de patiënt is de kwaliteit van leven toch het belangrijkst. Zeker kritische patiënten vragen daar steeds vaker naar.’