De Nederlandse behandelaars van niercelcarcinoom beschikken naar verwachting nog voor het einde van het jaar over een geactualiseerde richtlijn. Daarna wil het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten de adviezen in de richtlijn waar nodig sneller kunnen aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. De huidige en voormalige voorzitter van de richtlijncommissie, prof. dr. Axel Bex en em. prof. dr. Susanne Osanto, bespreken de totstandkoming.
De huidige versie van de Nederlandse richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van niercelcarcinoom verscheen ongeveer tien jaar geleden. Destijds was de richtlijn nog ondersteund door het Integraal Kankercentrum Nederland. Dat de richtlijn gedurende lange tijd niet is geactualiseerd, komt onder meer doordat het opstellen van een richtlijn destijds een relatief omslachtige procedure was. ‘Bij het opstellen van de vorige richtlijn heb ik ervoor gepleit dat we de adviezen dynamisch zouden updaten’, vertelt Osanto. ‘Want in 2010 was al duidelijk dat de systemische therapie bij niercelcarcinoom in een stroomversnelling zou komen. Maar de procedure die we destijds aanhielden, waarbij alle beroepsgroepen geconsulteerd werden en vertegenwoordigers stuurden, was tijdrovend. Alle op basis van de literatuur getrokken conclusies moesten langs de wetenschappelijke beroepsgroepen, die de tekst weer konden aanpassen. Dat zorgde voor een aanzienlijke administratieve rompslomp, terwijl er wetenschappelijk gezien soms allang overeenstemming was. En door alle personele inzet was het opstellen van een nieuwe richtlijn prijzig. Mede daardoor is er lange tijd geen update gekomen. Idealiter zou een klein Nederlands gremium met een diverse samenstelling gewogen en op onze maatschappij toegesneden adviezen geven. Adviezen die overigens een jaar later best weer anders kunnen zijn. Richtlijnontwikkeling moet fluïde zijn. Die statische aanpak kunnen we ons niet meer veroorloven.’
‘Richtlijnontwikkeling moet fluïde zijn. Die statische aanpak kunnen we ons niet meer veroorloven’