Colorectale tumoren zijn op basis van histologische en moleculaire kenmerken onder te verdelen in vier subtypen. ‘Die vier subtypen moet je eigenlijk beschouwen als vier verschillende soorten kanker’, stelt prof. dr. Louis Vermeulen, bijzonder hoogleraar Moleculaire oncologie in het Amsterdam UMC, locatie AMC. ‘Ze bevinden zich weliswaar allemaal in de dikke darm, maar verschillen flink van elkaar in klinisch gedrag en gevoeligheid voor therapie.’
Colorectaal carcinoom is een heterogene aandoening, zowel wat betreft de klinische eigenschappen van de tumoren – zoals de neiging tot metastasering – als hun respons op therapie. Deze heterogeniteit maakte het altijd lastig bij een individuele patiënt een nauwkeurige prognose te geven van het ziekteverloop of van de te verwachten respons op een behandeling. ‘De afgelopen jaren is daar enigszins verandering in gekomen’, vertelt Vermeulen. ‘Aan de hand van histochemische en moleculaire karakteristieken kunnen we colorectaal carcinomen nu indelen in vier subtypen. Deze subtypen correleren met zowel de prognose als de respons op therapie.’ De vier subtypen worden aangeduid als CMS1 tot en met CMS4, waarbij CMS staat voor consensus molecular subtype (zie kadertekst op pagina 9).
Mutational load
‘Ongeveer 15 procent van alle primaire colorectaal carcinomen behoort tot het CMS1-type’, schat Vermeulen. ‘Deze tumoren kenmerken zich klinisch gezien door hun gunstige prognose. Ze metastaseren weinig, zitten meestal rechts in de darm, vertonen doorgaans microsatellietinstabiliteit, kortweg MSI, en hebben een hoge mutational load. Dat laatste wil zeggen dat de tumorcellen veel mutaties bevatten. MSI en een hoge mutational load maken tumoren doorgaans sterk immunogeen. CMS1-tumoren worden daardoor gezien als geschikte kandidaten voor behandeling met checkpointremmers.’ Of deze behandeling in de praktijk zal worden ingezet, is volgens Vermeulen nog maar de vraag. ‘Bij veel patiënten met een CMS1-tumor is chirurgie van de primaire tumor voldoende.’ Daarentegen hebben CMS1-tumoren die wel metastaseren een slechte prognose. ‘Waarschijnlijk doordat ze ongevoelig zijn geworden voor alle vormen van medicatie die er momenteel voorhanden is’, aldus Vermeulen.