S-1 is een volwaardig alternatief voor capecitabine of 5-FU als die middelen het hand-voetsyndroom of cardiotoxiciteit als bijwerkingen veroorzaken bij de behandeling van gemetastaseerd colorectaal carcinoom (mCRC). Prof. dr. Kees Punt, internist-oncoloog in het Julius Centrum van het UMC Utrecht, beschrijft de studies en onderbouwing daarvoor uit de afgelopen jaren.
S-1 is een oraal fluoropyrimidine dat in Azië is ontwikkeld en daar al ruim tien jaar wordt gebruikt, voornamelijk bij patiënten met kanker in het maag-darmkanaal. In de westerse wereld is het als eerste onderzocht bij maagcarcinoom en voor die indicatie geregistreerd. Punt was betrokken bij de introductie van S-1 in Nederland. ‘Uit literatuuronderzoek bleek dat het veel minder hand-voetsyndroom veroorzaakt dan capecitabine. We hebben toen de SALTO-studie opgezet, met 161 patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom in 27 centra in Nederland. Zij werden gerandomiseerd voor capecitabine of S-1, met als primair eindpunt het optreden van hand-voetsyndroom. De studie bevestigde de waarneming uit de literatuur: hand-voetsyndroom trad op bij 73 procent van de patiënten in de capecitabine-groep tegen 45 procent in de S-1-groep, en de incidentie van ernstige hand-voetsyndroom was 21 procent versus 4 procent. De effectiviteit was vergelijkbaar. De resultaten zijn in 2017 gepubliceerd in Annals of Oncology, met promovendus Robert Jan Kwakman als eerste auteur.'1
Meer reëel beeld
Vervolgens is, als onderdeel van het promotieonderzoek van Kwakman, onderzoek gedaan bij patiënten met mCRC die vanwege hand-voetsyndroom geswitcht zijn van capecitabine naar S-1. Bij vrijwel iedereen trad na het switchen verbetering op van de klachten van hand-voetsyndroom.2