Wel of geen behandeling, meer of minder invasief behandelen: er zijn verschillende behandelopties waar patiënten met nierkanker uit kunnen kiezen in hun gesprek met de zorgverlener. Maar hoe weten ze welke behandeling het beste bij hen past? En hoe kunnen ze zich voorbereiden op het gesprek met de zorgverlener? De Nierkanker keuzehulpen kunnen daarbij helpen. Cato Bresser, arts-onderzoeker Urologie & Waardegedreven zorg & Lean, werkt aan de ontwikkeling en implemenatie ervan.
‘Passende zorg, betere therapietrouw en hogere patiënttevredenheid: onderzoek laat telkens weer zien dat de zorg verbetert als de zorgverlener de patiënt betrekt bij behandelbeslissingen.’1-2 Bresser is overtuigd van de meerwaarde van keuzehulpen, instrumenten die patiënten helpen om weloverwogen een betere behandelkeuze te maken die past bij wat belangrijk voor hen is.
Inmiddels zijn er al tientallen keuzehulpen ontwikkeld én in gebruik, in meerdere ziekenhuizen en bij meerdere tumorsoorten. Voor nierkanker is zo’n keuzehulp er echter nog niet. Bresser doet momenteel promotieonderzoek in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Een deel van haar onderzoek richt zich op de ontwikkeling en implementatie van twee keuzehulpen, voor gelokaliseerde en gemetastaseerde nierkanker.
Jaarlijks krijgen 2700 mensen in Nederland de diagnose nierkanker.3 Als de diagnose in een vroeg stadium wordt gesteld en de tumor nog gelokaliseerd is in de nieren, is de patiënt vaak te genezen, legt Bresser uit. ‘Maar juist doordat patiënten er veelal geen last van hebben, wordt de tumor soms pas in een laat stadium ontdekt. De tumor kan dan al uitgezaaid zijn door het hele lichaam. De nierkanker is dan niet meer te behandelen, en er is alleen nog palliatieve zorg mogelijk. Er is dus een groot verschil tussen de uiterste stadia van nierkanker, en dat vereist ook heel andere behandelkeuzes. Vandaar dat we voor beide categorieën een aparte keuzehulp ontwikkelen: een keuzehulp voor gelokaliseerde nierkanker (Ta1/T1b) en een keuzehulp voor gemetastaseerde nierkanker.’