In een recent gepubliceerde studie leidde neoadjuvante immuuntherapie bij resectabel stadium III of IV melanoom tot een sterk verhoogde event-vrije overleving. Internist-oncoloog dr. Marion Stevense-den Boer (Amphia, Breda) ziet dit als een eerste stap naar neoadjuvante behandeling van melanoom in de klinische praktijk.
Sinds ongeveer vijf jaar wordt adjuvante behandeling toegepast bij melanoom, zowel immuun- als doelgerichte therapie. Naar het effect van neoadjuvante immuuntherapie zijn de afgelopen jaren al enkele studies gedaan met beperkte aantallen patiënten. ‘Adjuvante behandeling wordt gegeven om na de operatie de kans op recidief of uitzaaiingen te voorkomen’, vertelt Stevense. ‘Maar de tumor is dan vanwege de operatie in principe al weg. Het is logischer om de immuuntherapie te geven als de tumor er nog is. Dan is er onder andere betere antigeenpresentatie en weet het immuunsysteem beter wat het moet doen. De kleinere studies met neoadjuvante behandeling lieten dan ook frequent goede, soms major pathologische responsen zien. In de recent gepubliceerde studie van Patel is dat aangetoond in een grotere groep patiënten.’1
Verschuiving
Alle deelnemers aan de studie hebben dezelfde behandeling gekregen, namelijk een jaar lang immuuntherapie (zie kader). Alleen is die behandeling in de experimentele arm in de eerste negen weken verschoven naar vóór de operatie. Stevense: ‘Er verandert dus niets in duur of intensiteit van de behandeling, er wordt alleen een stukje van de behandeling met pembrolizumab naar voren gehaald. Die verschuiving resulteert in een groot verschil in event-vrije overleving. Dat is een mooie doorbraak in de behandeling. Recent heeft ook de NADINA-studie plaatsgevonden, waaraan wij ook deelnamen en die afgelopen november 2023 is gesloten voor inclusie. De resultaten daarvan zijn onlangs gepresenteerd op de ASCO. In de tijd tussen de studie van Patel en de NADINA-studie hebben wij ons als Amphia Ziekenhuis, op basis van de uitkomsten van de studie van Patel, hard gemaakt voor vergoeding van de neoadjuvante behandeling. We hebben het eerst voor enkele individuele patiënten geregeld in samenwerking met hun zorgverzekeraar, daarnaast hebben we het ook besproken met de landelijke melanoomwerkgroep en met het Zorginstituut.’