ECLIPSE 5: duale immuuntherapie bij maligne pleuraal mesothelioom

In webinars onder de naam ECLIPSE bespreken deskundigen de laatste ontwikkelingen op oncologisch gebied. Onderdeel hiervan zijn illustratieve patiëntcasussen uit hun praktijk. De kijker wordt met meerkeuzevragen uitgedaagd zelf na te denken over de beste opties voor diagnostiek, behandeling en bijwerkingenmanagement. In ECLIPSE 5 kwamen mesothelioom en longkanker aan bod.

beeld: Ralph Kloppenborg

‘We zullen het idee moeten loslaten dat er voor elke patiënt een richtlijn is’

Evidence based medicine is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat betrouwbaar is omdat de onderzochte groep groot genoeg is. Dit is het geval bij microsatellietinstabiele tumoren, waardoor deze subgroepen in de richtlijnen horen, zo stellen een patholoog en een promovendus pathologie. ‘Maar als je nog gepersonaliseerder te werk wil gaan, is echte personalized medicine niet te vangen in richtlijnen die puur evidence based zijn.’

beeld: Ralph Kloppenborg

‘De patholoog wordt steeds meer gesprekspartner van de longarts’

Met het steeds grotere aantal behandelbare drivermutaties voor longtumoren dat gevonden wordt, wordt goede samenwerking tussen patholoog en longarts nog belangrijker. Regionale samenwerking is daarbij noodzaak, stelt thoraxpatholoog dr. Jan von der Thüsen.

beeld: Erasmus MC

Kwaliteit van leven blijft behouden tijdens behandeling mCRC met trifluridine/tipiracil

Trifluridine/tipiracil (FTD/TPI) kan sinds enkele jaren worden ingezet als laatstelijnsbehandeling bij mensen met gemetastaseerd colorectaal carcinoom (mCRC). Op basis van gegevens van 150 patiënten die in de dagelijkse praktijk zijn behandeld met FTD/ TPI, concludeert de QUALITAS-studie dat de kwaliteit van leven tijdens de behandeling behouden blijft. Daarnaast blijkt de kwaliteit-van-levenscore bij aanvang van de behandeling geassocieerd met overlevingsduur.

beeld: Noordwest Ziekenhuisgroep

Pathologie-DNA verbindt kliniek en laboratorium in de moleculaire diagnostiek

De hoeveelheid genmutaties waarop gescreend kan worden neemt jaarlijks toe. Datzelfde geldt voor het aantal targeted therapieën. Om moleculaire diagnostiek en een mogelijke passende doelgerichte behandeling daarbij in goede banen te leiden, is zorgvuldige communicatie en samenwerking tussen diagnosticus en clinicus noodzakelijk. Pathologie-DNA, een samenwerkingsverband van drie grote algemene ziekenhuizen, laat zien hoe je dat in de praktijk kunt organiseren.

beeld: Ruud van Genugten

Rol verpleegkundig specialist niet te onderschatten bij medicatiemanagement

Bij behandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom hebben verpleegkundig specialisten een belangrijke rol in de begeleiding van patiënten en het managen van bijwerkingen. Abemaciclib wordt in dit traject steeds vaker gegeven, dus voldoende kennis over dit geneesmiddel – waaronder de bijwerkingen – is belangrijk. Vier verpleegkundig specialisten vertellen hoe dat in hun ziekenhuis gebeurt.

beeld: NFP Photography

Wie geef je welke behandeling?

Bij de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) zonder behandelbare mutaties is er een ruime keuze aan behandelingen met immuuntherapie. De behandelmogelijkheden hangen deels af van de mate van PD-L1-expressie en de histologie, maar verder zijn er nog weinig harde data die aangeven welke optie geschikt is voor welke patiënten. Longartsen drs. Daphne Dumoulin en drs. Michiel Gronenschild over de overwegingen die een rol spelen.

beeld: Ernst van Loon; Erasmus MC

EGFR-gerichte therapie wint terrein

De laatste jaren volgen nieuwe, doelgerichte behandelingen van EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom elkaar in rap tempo op. Ook breidt de inzet zich uit van de gemetastaseerde setting naar de vroegere stadia van de ziekte. Daarnaast is er meer aandacht voor de biologische mechanismen achter tumorresistentie en combinatiebehandelingen. Longarts dr. Robin Cornelissen bespreekt de meest recente ontwikkelingen.

Jeroen van Kooten Fotografie

Belang breed testen op mutaties groeit met nieuwe behandeling

Patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en een EGFR exon 20-insertiemutatie kunnen baat hebben bij tweedelijns behandeling met het bispecifieke antilichaam amivantamab. Dat is gebleken in de CHRYSALIS-1-studie. Met deze nieuwe mutatiegerelateerde behandeling vestigt longarts dr. Hans Smit de aandacht op breed testen op mutaties en een goede afstemming tussen de longarts en de patholoog.

beeld: Jeroen van Kooten

Immuuntherapie klaar voor vroegere ziektestadia

Het succes van immuuntherapie bij de behandeling van stadium 3 en 4 niet-kleincellige longkanker (NSCLC) is aanleiding om deze behandeling ook in vroegere stadia te onderzoeken. Dr. Idris Bahce, longarts-onderzoeker in het Amsterdam UMC, locatie VUmc, vertelt over de stand van zaken aan de hand van enkele lopende studies. ‘Deze zullen de huidige praktijk gaan veranderen.’

beeld: Jeroen van Kooten Fotografie

Registreren



Al een account?

Inloggen


Sluit venster