CARD-studie verandert klinische praktijk

De CARD-studie vergeleek bij patiënten met een gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) twee derdelijns behandelingen: cabazitaxel chemotherapie of een tweede androgeenreceptorblokker na progressie op een eerste. De uitkomst was dat patiënten meer baat hebben bij chemotherapie dan bij een tweede androgeenreceptorblokker. Internist-oncologen Hans Westgeest en prof. dr. Ronald de Wit en oncologisch uroloog dr. Inge van Oort geven hun visie op wat dit voor de klinische praktijk betekent.

Klinisch relevant nieuws ESMO Congress 2019 uitgelicht

Tijdens het ESMO Congress 2019 zijn de resultaten van diverse fase III-studies naar de behandeling van prostaatcarcinoom gepresenteerd. De uitkomsten van CARD, PROfound en STAMPEDE zijn relevant voor de klinische praktijk.

Optimistische resultaten studies vragen om nog meer onderzoek

Recente wetenschappelijke congressen brachten goed nieuws over de behandeling van het kleincellig longcarcinoom. Twee fase III-studies laten een voordeel zien van een eerstelijns behandeling met chemotherapie en immuuntherapie. Toch blijft de toegevoegde waarde voor patiënten nog onduidelijk. Nederlandse deskundigen willen specifieker patiënten kunnen identificeren die baat hebben bij immuuntherapie.

Immuuntherapie krijgt voet aan de grond bij kleincellig longcarcinoom

Zowel de IMpower133-studie als de CASPIAN-studie laten zien dat de combinatie van immuuntherapie en chemotherapie als eerstelijns behandeling mogelijk meerwaarde heeft: de overleving verbetert bij patiënten met kleincellig longcarcinoom die niet meer in aanmerking komen voor een in opzet curatieve behandeling. Deze behandelingen zijn echter vooralsnog niet toe te passen in Nederland. Dr. Annemarie Becker en Daphne Dumoulin, longartsen in respectievelijk Amsterdam UMC, locatie VUmc, en het Erasmus MC, werpen hun licht op verschillende studies met immuuntherapie die recent zijn gepubliceerd.

Vooruitgang in behandeling gaat met kleine stappen

Het kleincellig longcarcinoom is een van de meest agressieve solide tumoren. De vooruitgang in de behandeling die tijdens decennia aan wetenschappelijk onderzoek is geboekt, is een optelsom van kleine stappen, aldus prof. dr. Harry Groen, emeritus hoogleraar Longziekten in het UMC Groningen.

Specialist heeft nog te weinig handvatten voor keuzes binnen medicijnklasse

Het tweede Presidential Symposium van het ESMO-congres in Barcelona was dit jaar geheel gewijd aan mammacarcinoom. Daarin kwamen onder meer een aantal studies met CDK4/6-remmers aan bod. Prof. dr. Guy Jerusalem (Centre Hospitalier Universitaire de Liège) en prof. dr. Sabine Linn (Antoni van Leeuwenhoek) bespreken de highlights van de gepresenteerde klinische studies en plaatsen de resultaten in het perspectief van de klinische praktijk. De kwestie daarbij is: welke CDK4/6-remmer is het meest geschikt voor welke patiënt en op welk moment?

Gedeelde besluitvorming boekt vooruitgang

Bij het nemen van beslissingen over de behandeling van mammacarcinoom staan de arts en patiënt bij voorkeur samen aan het roer. Ondanks dat het samen beslissen met patiënten vergeleken met enkele decennia geleden zeker is verbeterd, lijkt er op dit vlak ook nog wat te winnen. Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog bij ZGT (Ziekenhuisgroep Twente), en mammacarcinoompatiënt Ellen Kooijmans vertellen over hun ervaringen.

Voedingsadvies bij veranderd gewicht verbetert welbevinden

Vrouwen die met chemotherapie behandeld worden voor mammacarcinoom, kunnen last krijgen van zowel onbedoelde gewichtstoename als -afname. In beide situaties kan de lichaamssamenstelling ongunstig veranderen. Door alert te zijn op gewichtsveranderingen, de patiënt in voorkomende situaties goed te begeleiden en bewust met voeding om te gaan, kan het welbevinden van patiënten verbeteren.

Seksualiteit en intimiteit verdienen meer aandacht in de spreekkamer

Een flink deel van de (ex-)mammacarcinoompatiënten kampt na de behandeling met problemen rond seksualiteit en intimiteit. Deze problemen krijgen echter niet of nauwelijks aandacht in de spreekkamer, waardoor seksuele revalidatie vaak achterwege blijft. Daniela Hahn, psycholoog-onderzoeker en seksuoloog in het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam, vertelt welke seksuele problemen (ex-)mammacarcinoompatiënten ervaren en op welke wijze zorgverleners hen daarbij kunnen helpen.

DOAC eerste keuze bij behandeling van kankergeassocieerde trombose

Veneuze trombose is een veelvoorkomende complicatie bij mensen met kanker. Op basis van de resultaten van recente gerandomiseerde trials1-2 beveelt de vorig jaar gereviseerde richtlijn van de International Society on Thrombosis and Haemostasis (ISTH) nu DOAC’s aan als eerste keuze bij de meeste patiënten3. Ook de Nederlandse richtlijn4 zal binnenkort worden herzien.

Jeroen van Kooten Fotografie

Registreren



Al een account?

Inloggen


Sluit venster