‘Subtypen colorectaal carcinoom zijn verschillende soorten kanker’

Colorectale tumoren zijn op basis van histologische en moleculaire kenmerken onder te verdelen in vier subtypen. ‘Die vier subtypen moet je eigenlijk beschouwen als vier verschillende soorten kanker’, stelt prof. dr. Louis Vermeulen, bijzonder hoogleraar Moleculaire oncologie in het Amsterdam UMC, locatie AMC. ‘Ze bevinden zich weliswaar allemaal in de dikke darm, maar verschillen flink van elkaar in klinisch gedrag en gevoeligheid voor therapie.’

Op weg naar blauwdruk voor brede implementatie

Analyse van circulerend tumor-DNA (ctDNA) is een belangrijk hulpmiddel voor het bepalen van een patiëntvriendelijke behandeling op maat. Het project COIN (ctDNA on the way to implementation in the Netherlands) heeft als doel om de werkwijze te harmoniseren en om inzicht te krijgen in de kosteneffectiviteit.

Impressie van 2019 Genitourinary Cancers Symposium

In februari hield de ASCO haar 2019 Genitourinary Cancers Symposium. Prof. dr. Igle Jan Jong, dr. Michiel van der Heijden en prof. dr. Susanne Osanto reisden af naar San Francisco en zetten voor de thuisblijvers het belangrijkste nieuws op een rij.

beeld: Jeroen van Kooten Fotografie

Behandeling met PARP-remmers breidt uit

Vorig jaar is de indicatie voor een onderhoudsbehandeling met een PARP-remmer na respons op platinabevattende chemotherapie bij vrouwen met een gerecidiveerd hooggradig sereus platinasensitief ovariumcarcinoom uitgebreid. Ook patiënten zonder BRCA-mutatie komen nu in aanmerking voor de behandeling. De organisatie van deze behandeling loopt echter nog niet overal in het land even soepel.

beeld: Jeroen van Kooten Fotografie

Botgezondheid bij prostaatcarcinoom nog met vragen omgeven

Zowel de ziekte zelf als de medicamenteuze behandeling ervan vormt bij mannen met prostaatcarcinoom een bedreiging voor hun botgezondheid. Preventieve maatregelen, onder meer in de vorm van leefstijlinterventies en behandeling met bisfosfonaten of denosumab, kunnen het risico op zogeheten skeletal related events (SRE’s) verkleinen. Van dergelijke interventies is geen langere overleving aangetoond, maar ze verbeteren wel de kwaliteit van leven.

beeld: Jeroen van Kooten Fotografie

Bewegingsinterventies effectief bij prostaatcarcinoom

Als gevolg van de nieuwe farmacotherapeutische mogelijkheden kunnen mannen met gemetastaseerd prostaatcarcinoom tegenwoordig nog jaren in leven blijven. De (continue) behandeling gaat echter gepaard met bijwerkingen. Voldoende lichamelijke inspanning kan deze negatieve gevolgen van de farmacotherapie verminderen en de kwaliteit van leven verbeteren.

beeld: Jeroen van Kooten Fotografie

Anti-HER2-therapie vormt rode draad in behandeling HER2-positief mammacarcinoom

Doelgerichte behandeling tegen HER2 vormt al twee decennia lang de hoeksteen van de behandeling van gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom. Prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen bespreekt de verschillende lijnen van behandeling voor deze patiëntenpopulatie conform de onlangs gereviseerde richtlijn Borstkanker.1

beeld: Jeroen van Kooten Fotografie

‘Bijwerkingenexperts zijn heel hard nodig’

Behandelteams hebben over het algemeen nauwelijks kennis over het effectief behandelen van bijwerkingen van doelgerichte therapieën. De aanpak van niet-levensbedreigende bijwerkingen moet uitgaan van de wensen en voorkeuren van de patiënt, aldus Christine Boers-Doets, trainer-coach en voormalig verpleegkundig specialist oncologie en researchcoördinator. Zij pleit voor structurele aandacht voor bijwerkingen en voor een verplichte scholing hierover voor zorgprofessionals. ‘Bijwerkingenexperts zijn heel hard nodig’, stelt ze.

Sequentie behandeling van gevorderd of gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom nog niet uitgekristalliseerd

Het behandelarsenaal voor patiënten met gevorderd of gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom is de laatste jaren sterk gegroeid. Naast endocriene therapie zijn er tegenwoordig diverse doelgerichte middelen voor handen. Prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen, hoofd van de afdeling Medische Oncologie van het Maastricht UMC+ en voorzitter van het Borstkankercentrum Maastricht, zet de huidige opties uiteen.

Subgroepanalyse zinvol, maar subgroepen wel vooraf definiëren

Subgroepanalyses van registratiestudies zijn nodig en zinvol, maar de uitkomsten ervan hebben zo hun beperkingen. Zo is de waarde van de posthoc-analyse van de PACIFIC-studie nog niet duidelijk, vertellen longarts prof. Egbert Smit en statisticus dr. ir. Harm van Tinteren. Volgens de specialisten van het Antoni van Leeuwenhoek dienen de resultaten van een posthoc-analyse eerst goed te worden getest alvorens patiënten uit te sluiten van een potentieel effectieve behandeling.

beeld: Jeroen van Kooten Fotografie

Registreren



Al een account?

Inloggen


Sluit venster