Kwaliteit van leven blijft behouden tijdens behandeling mCRC met trifluridine/tipiracil

Trifluridine/tipiracil (FTD/TPI) kan sinds enkele jaren worden ingezet als laatstelijnsbehandeling bij mensen met gemetastaseerd colorectaal carcinoom (mCRC). Op basis van gegevens van 150 patiënten die in de dagelijkse praktijk zijn behandeld met FTD/ TPI, concludeert de QUALITAS-studie dat de kwaliteit van leven tijdens de behandeling behouden blijft. Daarnaast blijkt de kwaliteit-van-levenscore bij aanvang van de behandeling geassocieerd met overlevingsduur.

beeld: Noordwest Ziekenhuisgroep

Bij de behandeling van mensen met mCRC is het belangrijkste doel de levensduur te verlengen zonder dat dit (te veel) ten koste gaat van de kwaliteit van leven. Daarbij geldt in het algemeen: bij iedere volgende lijn van behandeling neemt het belang van het behoud van kwaliteit van leven verder toe. In 2015 toonden de uitkomsten van de gerandomiseerde, placebogecontroleerde fase III-studie RECOURSE (n=800) aan dat een behandeling in de derde of latere lijn met FTD/TPI bij mensen met mCRC de mediane overleving (OS) significant verlengde van 5,3 naar 7,1 maanden (HR 0,68; 95%CI 0,58-0,81; P<0,001) vergeleken met een placebobehandeling. De mediane progressievrije overleving nam toe van 1,7 naar 2,0 maanden (HR 0,48; 95%CI 0,41-0,57; P<0,001).1

Sinds 2017 kan FTD/TPI in Nederland worden voorgeschreven aan patiënten met mCRC die progressie vertonen op of intolerant zijn voor fluoropyrimidines, oxaliplatin, irinotecan, bevacizumab en – in geval van RAS wildtype – EGFRTKIs.2 ‘Het prettige daarbij is dat deze behandeling gegeven kan worden vanuit een perifeer ziekenhuis’, stelt internistoncoloog Mathijs Hendriks, werkzaam bij Noordwest Ziekenhuisgroep en lid van de QUALITAS Study Group. ‘Het alternatief voor een derde- of laterelijnsbehandeling is namelijk deelname aan een klinische studie waarvoor de patiënt meestal naar een academisch ziekenhuis moet.’

'Als patiënten weten welke bijwerkingen kunnen optreden en hoe zij daarmee kunnen omgaan, is de behandeling goed te doen'

Weinig toxiciteit

Zoals gezegd is behoud van kwaliteit van leven een belangrijk criterium in de afweging om nog een derde of latere behandellijn te starten. ‘In de RECOURSE-studie zijn echter geen kwaliteit-van-levenmetingen meegenomen’, schetst Patricia Hamers, die als fellow medische oncologie is verbonden aan het UMC Utrecht, de achtergrond van de door haar uitgevoerde QUALITAS-studie. ‘De publicatie over de RECOURSE-studie meldt wel dat er weinig toxiciteit optrad. Veelvoorkomende bijwerkingen van graad 3 of hoger waren allen van hematologische aard: neutropenie, leukopenie en anemie. De studie meldt echter ook vermoeidheid, misselijkheid en diarree als relatief veelvoorkomende bijwerkingen. Weliswaar graad 1 of 2, maar voor de dagelijkse kwaliteit van leven kunnen die toch behoorlijk negatief uitpakken.’

Om een beter zicht te krijgen op de invloed die een behandeling met FTD/TPI heeft op de kwaliteit van leven van de patiënt voerde Hamers samen met haar collega’s van de QUALITAS Study Group de afgelopen jaren de QUALITAS-studie uit. Onlangs publiceerde zij de uitkomsten.3

Een uitgebreide anamnese

QUALITAS is een prospectieve cohortstudie onder 150 patiënten die deelnemen aan de PLCRC-studie4 en die behandeld zijn met FTD/TPI. Hamers: ‘We hebben deze patiënten gevraagd om gedurende de behandeling met FTD/TPI maandelijks twee gevalideerde kwaliteit van levenvragenlijsten in te vullen, de QLQ-CR29 en QLQ-C30. Op basis daarvan berekenden we de QLQ-C30 Summary Score. In feite kunt je zo’n QLQ-C30 Summary Score beschouwen als een uitgebreide anamnese. Die geeft een veel beter inzicht in de kwaliteit van leven en het functioneren van de patiënt dan de ECOG-PS die we meestal in de kliniek gebruiken om na te gaan of een patiënt in staat zal zijn een bepaalde behandeling te ondergaan.’ Ten aanzien van de overleving kwam het real life QUALITAS-cohort vrij goed overeen met het cohort patiënten (n=533) dat in de RECOURSE-studie werd behandeld met FTD/TPI: de mediane progressievrije overleving bedroeg 2,9 maanden en de mediane totale overleving bedroeg 7,7 maanden.3 

Geen significante toename

Hamers: ‘We zagen de kwaliteit van leven, afgemeten aan de uitkomst van de QLQ-C30 Summary Score, tijdens de behandeling niet significant verminderen. Als we keken naar afzonderlijke bijwerkingen, zagen we geen significante toename van vermoeidheid, misselijkheid of diarree gedurende de behandeling. Alleen role functioning (het vermogen van een patiënt om voor zichzelf te zorgen, productief te zijn op het werk en/of een rol te spelen in sociale netwerken) en dyspneu namen respectievelijk significant af en toe. Beide lijken echter niet gerelateerd aan de behandeling met FTD/TPI, maar zijn waarschijnlijk het gevolg van het voortschrijden van de ziekte.’ Hendriks: ‘Kortom, deze kwaliteit-van-levenmetingen ondersteunen de eerdere observaties in de RECOURSE-studie dat de behandeling met FTD/TPI relatief goed te verdragen is.’

Predictief

Een andere bevinding in de QUALITAS-studie is dat de kwaliteit-van-levenscore bij aanvang van de behandeling onafhankelijk en sterk geassocieerd blijkt met overleving. Hendriks: ‘Hoe hoger de QLQ-C30 Summary Score bij aanvang van de behandeling, des te beter de progressievrije en algehele overleving. Dat maakt deze score een zinnige prognostische marker die bovendien in de spreekkamer goed gebruikt kan worden om het gesprek met de patiënt aan te gaan over het al of niet starten met deze behandeling. Het blijft immers een afweging tussen de kans op een bescheiden winst in overleving en progressievrije overleving tegenover de extra last die de behandeling met zich meebrengt. De bijwerkingen van de behandebehandeling zijn weliswaar gering, toont nu ook de QUALITAS-studie aan, de patiënt moet wel iedere vier weken bloed prikken en naar het ziekenhuis komen voor controle. De ene patiënt zal dat ervoor over hebben, terwijl de andere patiënt dat misschien wel bezwaarlijk zal vinden. En ook voor de behandelend arts biedt zo’n kwaliteit-van-leven meting een beter en meer objectief zicht op de patiënt. Ook dat komt het gesprek over het starten met een behandeling met FTD/TPI ten goede.’


Scan de QR-code om het volledige artikel te lezen

Referenties

  1. Mayer RJ, Van Cutsum E, Falcone A, et al. Randomized trial of TAS102 for refractory metastatic colorectal cancer. N Engl J Med 2015; 372: 19091919. DOI: 10.1056/NEJMoa1414325
  2. Van Cutsem E, Cervantes A, Adam R, et al. ESMO consensus guidelines for the management of patients with metastatic colorectal cancer. Ann Oncol . 2016; 27: 1386–1422. DOI: 10.1093/annonc/mdw235
  3. Hamers PAH, Vink GR, Elferink MAG, et al. Quality of life and survival of metastatic colorectal cancer patients treated with trifluridinetipiracil (QUALITAS). Clin Colorectal Cancer. 2022; 21: 154166. DOI: 10.1016/j.clcc.2022.03.002
  4. plcrc.nl Tevens: Burbach et al., 2016 DOI: 10.1080/0284186X.2016.1189094

M.P. (Mathijs) Hendriks is internistoncoloog bij het oncologisch centrum in Alkmaar van de Noordwest Ziekenhuisgroep.

Beeld: Noordwest Ziekenhuisgroep

P.A.H. (Patricia) Hamers is in opleiding tot internist-oncoloog en promovendus bij de afdeling Medische Oncologie van het UMC Utrecht.

beeld: privé-archief

Hendriks en Hamers werkten op onafhankelijke basis mee aan een interview voor dit artikel en ontvingen daarvoor geen financiële vergoeding.

Registreren


  • Sterkte-indicator

Al een account?

Inloggen


Sluit venster