Met de komst van doelgerichte en immunotherapie voor de behandeling van patiënten met een gemetastaseerd colorectaal carcinoom bepaalt het moleculaire profiel steeds vaker de behandelstrategie bij deze patiënten. Medisch oncoloog dr. Jeanine Roodhart, UMC Utrecht, pleit er daarom voor om van iedere patiënt met mCRC al vóór de eerstelijnsbehandeling een nauwkeurig moleculair profiel op te stellen.
‘Het afgelopen decennium hebben we geleerd dat gemetastaseerd colorectaal carcinoom niet één vorm van kanker is, maar is op te splitsen in diverse subgroepen. Elk met een eigen prognose en eigen behandeling’, begint Roodhart haar verhaal. ‘Het is daarom belangrijk bij iedere patiënt al vóór de start van de eerstelijnsbehandeling zo gedetailleerd mogelijk uit te zoeken met welke vorm van gemetastaseerd colorectaal carcinoom je te maken hebt. Het profiel van de tumor zegt je immers iets over hoe die zich gaat gedragen en voor welke behandelingen de tumor gevoelig zal zijn. Dit helpt om vooraf al na te denken hoe je bij die individuele patiënt het behandeltraject zo optimaal mogelijk kunt invullen.’
De belangrijkste biomarkers die mCRCs in subgroepen opsplitsen zijn – naast linkszijdig versus rechtszijdig – van genetisch/moleculaire aard: MSI versus MSS, RAS/BRAF-gemuteerd versus -wildtype en de vier CMS-groepen op basis van RNA-expressie. 1 Sinds kort is bekend dat ook de aanwezigheid van andere genetische drivers dan mutaties in RAS en BRAF, zoals HER2- of MET-amplificatie, NTRK-, ROS1-, ALK- of RET-fusie, PIK3CA-, PTEN en AKT1-mutaties een behandelconsequentie kunnen hebben.2