Radio-embolisatie is een vorm van inwendige radiotherapie die steeds vaker wordt ingezet voor zowel de behandeling van het inoperabel hepatocellulair carcinoom (HCC) als voor de behandeling van inoperabele levermetastasen van het colorectaal carcinoom (CRC). In vergelijking met sorafenib geeft radio-embolisatie bij HCC minder ernstige bijwerkingen bij een vergelijkbaar effect op de overleving. Bij de behandeling van levermetastasen door CRC waarbij patiënten chemorefractair zijn en ook niet meer chirurgisch kunnen worden behandeld, geeft radio-embolisatie een klinisch zinvolle levensverlenging van een aantal maanden.
‘De lever is relatief gevoelig voor ioniserende straling, waardoor de kans op schade aan het gezonde leverweefsel bij externe bestraling groot is. Om die reden is radio-embolisatie ontwikkeld. Bij deze vorm van intra-arteriële brachytherapie worden radioactieve bolletjes rechtstreeks in de leverslagader ingespoten. Omdat hiermee het gezonde gedeelte van de lever buiten schot blijft, kun je een veel hogere stralingsdosis geven’, vertelt dr. Lisa Klompenhouwer, interventieradioloog bij het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. ‘Wij gebruiken hiervoor SIR-Spheres. Deze bolletjes zijn beladen met yttrium-90 als radioactief isotoop.’
Radio-embolisatie wordt ook wel selectieve inwendige radiotherapie (SIRT) genoemd. SIRT wordt in Nederland vergoed bij patiënten met inoperabel HCC en bij patiënten met inoperabele levermetastasen van CRC wanneer geen andere effectieve behandelingen meer beschikbaar zijn. Klompenhouwer heeft goede ervaringen met deze behandeling. ‘Onlangs heb ik een patiënt met multifocaal HCC en een gedeeltelijke portatrombose met SIR-Spheres behandeld. Hij reageerde daar klinisch heel goed op. Er was een bijna volledige respons zichtbaar op MRI-beelden. De tumormarker alfafoetoproteïne normaliseerde volledig, zonder blijvend effect op de leverfunctie.’
Weinig bijwerkingen
In het multidisciplinair overleg wordt bepaald of een patiënt in aanmerking komt voor radio-embolisatie. Als een patiënt geen leverresectie of levertransplantatie kan ondergaan, dan is eerst radiofrequente ablatie (RFA) geïndiceerd. ‘Wanneer RFA niet mogelijk is omdat er bijvoorbeeld te veel tumorhaarden zijn, dan komt SIRT in beeld. Het is echt een teambehandeling waarvoor onze nucleair geneeskundige en interventieradioloog een speciale training hebben gevolgd’, aldus chirurg dr. Koert de Jong van het UMC Groningen.
‘Radio-embolisatie heeft een reële kans op een respons en verdient zeker een plek in het palet aan behandelingen van zowel het inoperabel HCC als inoperabele levermetastasen van het CRC. Als er geen systemische therapie meer mogelijk is, dan heb je met SIRT altijd nog een optie die de meeste patiënten aankunnen’, zegt dr. Jan Willem de Groot, internist-oncoloog van Isala in Zwolle. ‘Het voordeel van SIRT is dat deze behandeling relatief weinig bijwerkingen geeft, die bovendien tijdelijk zijn en vrij goed te managen.’