Het aantal doelgerichte behandelingen voor gemetastaseerd colorectaal carcinoom (mCRC) neemt toe. Om na te gaan of een patiënt in aanmerking komt voor een of meer van deze behandelopties, is moleculaire diagnostiek noodzakelijk. Bij voorkeur gebeurt dat vóór de start van de eerstelijnsbehandeling, aldus patholoog dr. Petur Snaebjornsson. Want dan kun je zowel alle keuzes voor de eerstelijnsbehandeling overwegen als anticiperen op mogelijke latere lijnen van therapie.
Ruim 10 jaar geleden stelde men vast dat voor mCRC EGFR-remmers als cetuximab en panitumumab alleen effectief zijn bij mCRC-patiënten bij wie de tumorcellen een niet-gemuteerd KRAS-gen bevatten.1-2 ‘In de afgelopen jaren zijn hier meer moleculaire markers bijgekomen. Zoals mutaties in NRAS en BRAF, die bepalen of een patiënt mogelijk respons zal vertonen op behandeling met een EGFR-remmer of een BRAF-remmer. En recent dus de MSI-status.’
‘Daarmee houdt het niet op’, aldus Snaebjornsson. ‘In studies is inmiddels aangetoond dat ook HER2- en MET-overexpressie, NTRK-, ROS1-, ALK- of RET-fusies predictieve waarde hebben.3 Hierbij zijn voor NTRK al geregistreerde therapieën beschikbaar. We zien dus een toename aan moleculaire markers die de internist-oncoloog kunnen helpen voor een patiënt de meest kansrijke geregistreerde of experimentele systemische behandeling te selecteren.’