De mate waarin patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom (mCRC) een systemische behandeling krijgen die overeenkomt met aanbevelingen in de richtlijn varieert sterk tussen ziekenhuizen. Dit concludeert arts-onderzoeker Lotte Keikes in een recent gepubliceerde studie onder ruim 2.000 patiënten in 20 Nederlandse ziekenhuizen. ‘We moeten nu door een betere registratie de precieze oorzaken van deze variatie zien te achterhalen’, stelt prof. dr. Miriam Koopman.
Om een voorbeeld te geven: het percentage patiënten dat werd behandeld met chemotherapie gecombineerd met bevacizumab varieerde tussen individuele ziekenhuizen van 8 tot 92 procent’, schetst Keikes de situatie. ‘Deze variatie is niet te verklaren op basis van casemixverschillen tussen de ziekenhuizen.’ Even terug naar de aanleiding van de studie. Keikes: ‘Dit onderzoek borduurt voort op een eerdere studie die we hebben gedaan naar praktijkverschillen in de behandeling van mCRC-patiënten.1 We hebben toen met een vragenlijstonderzoek onder internist-oncologen in Nederland geïnventariseerd in hoeverre de richtlijn ten aanzien van de behandeling van mCRC werd toegepast. Dat bleek minder vaak te zijn dan verwacht. Om dit op basis van subjectieve gegevens verkregen beeld te objectiveren en te kwantificeren, hebben we aansluitend een onderzoek uitgevoerd met concrete behandeldata.’ Hiervoor werden via de Nederlandse Kankerregistratie aanvullende gegevens verzameld van 2.222 mCRC-patiënten die tussen 2008 en 2015 zijn behandeld in 20 verschillende Nederlandse ziekenhuizen (4 academisch, 8 STZ, 8 regionaal).2 ‘Van deze patiënten kregen er 1.307, iets minder dan 60 procent, systemische therapie gedurende het behandeltraject. Van die 1.307 patiënten kregen er 796, ofwel 61 procent, doelgerichte therapie: een behandeling met bevacizumab, cetuximab en/of panitumumab al dan niet gecombineerd met chemotherapie. Dat is minder dan je zou verwachten op basis van het aantal patiënten dat hiervoor in aanmerking komt.’
Prof. dr. M. Koopman: ‘Ik heb zelf de indruk dat niet alle internist-oncologen helemaal op de hoogte zijn van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen’