In de MARIPOSA-studie is behandeling met de combinatie amivantamab/lazertinib bij patiënten met EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longkanker (NSCLC) superieur aan behandeling met osimertinib.1 ‘Tegenover de langere progressievrije overleving staan wel meer ernstige bijwerkingen en vaker ziekenhuisbezoek’, nuanceert longarts dr. Sushil Badrising (Antoni van Leeuwenhoek).
Een mutatie in het EGFR-gen is een van de meest voorkomende “genetische motoren” achter de groei van niet-kleincellige longtumoren. Als gevolg van de mutatie staat de EGF-receptor altijd “aan”, waardoor er ongeremde celgroei en -deling optreedt.2 De afgelopen twee decennia zijn er diverse medicijnen ontwikkeld die in staat zijn de gemuteerde EGF-receptor weer “uit” te zetten en zo verdere deling van de tumor tegen te gaan. De meest voorkomende mutaties zijn een exon 19-deletie of een mutatie in exon 21.
‘Bij de behandeling van patiënten met gevorderd, EGFR-gemuteerd NSCLC, waarbij er een EGFR-exon 19-deletie of L858R-mutatie in exon 21 is, is de oraal toe te dienen derde generatie tyrosinekinaseremmer osimertinib momenteel de eerste keuze’2, vertelt Badrising. ‘Hiermee blijft ziekteprogressie gemiddeld 18 maanden uit. De behandeling wordt bovendien over het algemeen goed verdragen en de patiënten komen eens in de twee à drie maanden naar het ziekenhuis voor controle.’3
Een deel van de patiënten met EGFR-gemuteerde longtumoren heeft mutaties in exon 18 of 20, dit is circa 12 procent. Deze tumoren zijn echter niet of minder gevoelig voor osimertinib (en andere TKI’s). Longtumoren met een EGFR-exon 20-insertie blijken wel gevoelig voor amivantamab, een bispecifiek antilichaam gericht tegen zowel EGFR als MET, een andere receptor tyrosinekinase die in gemuteerde vorm een “genetische motor” kan zijn bij NSCLC.4 Badrising: ‘De PAPILLON-studie heeft onlangs aangetoond dat toevoegen van amivantamab aan chemotherapie bij de eerstelijnsbehandeling van NSCLC-patiënten met een EGFR-exon 20-insertie de progressievrije overleving significant verlengt.’4 (zie ook het artikel ‘Met NGS kun je alle mutaties oppikken’)