De vijfjaarsdata van de CheckMate 9LA-studie bij niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) laten langdurig effect zien van duale immuuntherapie met anti-CTLA-4 (ipilimumab) en anti-PD-1 (nivolumab) plus twee giften platinabevattende chemotherapie.1 Deze behandeling is daarom onlangs opgenomen in de richtlijn voor NSCLC.2 In Isala (regio Zwolle) wordt de behandeling al ruim twee jaar toegepast, vertelt longarts Peter Plomp.
‘We zijn gestart toen de behandeling in voorjaar 2022 beschikbaar kwam. We behandelen vooral PD-L1-negatieve patiënten die fit en niet te oud zijn en gerookt hebben’, laat Plomp weten. ‘Bij de huidige standaardbehandeling met mono-immuuntherapie of chemo plus immuuntherapie, is het effect geassocieerd met de hoogte van PD-L1-expressie. We kiezen bij een PD-L1 boven de 50 procent vaak voor mono-immuuntherapie en soms voor chemo plus immuuntherapie, bijvoorbeeld bij een hoge ziektelast of bij niet-rokers. Bij een PD-L1 onder de 50 procent is de standaard chemo plus immuuntherapie. In deze laatste groep doen de PD-L1-negatieve patiënten het op de lange termijn minder goed, vooral bij het plaveiselcelcarcinoom.3-4 Bij het behandelschema van de CheckMate 9LA met duale immuuntherapie plus twee giften platinabevattende chemotherapie is het effect niet geassocieerd met de hoogte van de PD-L1-expressie. Daarom selecteren we juist deze groep voor platinabevattende chemotherapie plus dubbele immuuntherapie.’
CTLA-4-remmer toevoegen
‘Middels PD-L1-expressie op de tumorcel kan door middel van interactie met de PD-1-receptor op de geactiveerde T-cel ervoor worden gezorgd dat de tumorcel kan ontsnappen aan het immuunsysteem. Bij een PD-L1-negatieve tumor speelt dit een minder belangrijke rol’, zo legt Plomp uit. ‘Maar door het toevoegen van een CTLA-4-remmer verkrijgen we in deze groep een beter effect. De CTLA-4-remmer grijpt niet aan op PD-1 of PD-L1, maar op een ander niveau in de T-celactivatie. Wanneer een antigeenpresenterende cel een stukje tumoreiwit presenteert aan een T-cel, heeft deze co-stimulatoire signalen nodig om geactiveerd te worden. Een natuurlijk remmend signaal in dit activatieproces is de CTLA-4-receptor op de T-cel. Door deze met een CTLA-4-inhibitor te blokkeren, voorkom je dit. Je haalt als het ware de rem ervan af; dit dient als een beschermingsmechanisme tegen auto-immuniteit. Hierdoor gaat de activatiecascade van het immuunsysteem door en worden meer T-cellen geactiveerd om de tumor aan te vallen. Dit verklaart ook waarom we meer auto-immuunbijwerkingen zien bij deze combinatie.’