Bij steeds meer tumorsoorten wordt PD-L1-expressie geanalyseerd om te kijken of immuuntherapie kansrijk is. De bepaling van PD-L1 gebeurt echter bij verschillende kankertypes op een andere manier, vertelt prof. dr. Nicole van Grieken, klinisch patholoog in Amsterdam UMC, locatie VUmc. Bovendien is de precieze onderzoeksmethode nog niet goed uitgekristalliseerd.
Recent onderzoek heeft een gunstig effect laten zien van nivolumab bij gemetastaseerd maagcarcinoom waarvan de PD-L1-expressie een combined positive score van 5 of hoger heeft. In de zomer van 2021 is de CheckMate 649-studie gepubliceerd waarin is aangetoond dat testen op PD-L1 bij maagkanker zinvol is.1 De PD-L1-test als selectiemiddel voor immuuntherapie is formeel nog niet goed gekeurd, maar ik verwacht dat deze bepaling bij maagcarcinoom de praktijk gaat worden’, aldus Van Grieken. ‘Dit jaar zal de commissie BOM daar naar verwachting over oordelen.’
Afweercellen brengen PD-1 op hun celmembraan tot expressie, terwijl sommige tumorcellen PD-L1 tot expressie brengen. Wanneer beide celtypen via deze moleculen aan elkaar binden, dan wordt de afweer tegen de tumor geremd. Medicijnen als nivolumab blokkeren deze verbinding, zodat de tumor de afweercellen niet via dit mechanisme kan uitschakelen. Op deze manier kunnen tumorcellen wel worden opgeruimd door de immuuncellen.
Per tumortype zijn er verschillen in hoe de PD-L1-expressie bepaald wordt. ‘In longcarcinomen bijvoorbeeld, wordt gekeken naar het percentage tumorcellen dat PD-L1 tot expressie brengt, dat noemen we de TPS, de tumor proportion score. Voor maagkanker is gebleken dat ook de PD-L1-expressie in immuuncellen relevant is. Bij dit tumortype bepalen we daarom de CPS, de combined positive score (zie kader). ‘Bij een lage TPS of CPS zijn er weinig verbindingen tussen afweercellen en tumorcellen en is immuuntherapie mogelijk minder effectief’, legt Van Grieken uit.