Dr. Loes Hollestein en dr. Dirk Grünhagen belichten nieuwe voorspellende factoren voor melanoom met een ongunstige prognose en de betekenis daarvan voor de kliniek. Veel aandacht gaat daarbij uit naar genexpressieprofieltesten. Het steekt erg nauw waar een test voor ontwikkeld is.
Onderzoek naar genexpressie focust vooral op twee aspecten: voorspellen of bij een primaire tumor de schildwachtklier negatief is én voorspellen van de prognose. Momenteel wordt de kans op schildwachtkliermetastasen ingeschat op basis van pathologische en klinische karakteristieken. Bij een kans groter of gelijk aan 5 procent wordt een schildwachtklierdissectie geadviseerd. ‘Maar bij 80 procent van de patiënten die een schildwachtklierdissectie ondergaan, blijkt de schildwachtklier negatief’, vertelt Hollestein. ‘Veel patiënten ondergaan dus onnodig een schildwachtklierdissectie, maar lopen wel risico op complicaties bij deze ingreep. Een test die voorspelt of iemand een laag risico heeft op schildwachtkliermetastasen helpt het aantal onnodige schildwachtklierdissecties te verlagen.’
Hoewel er veel initiatieven voor dergelijke testen zijn, halen de meeste de kliniek niet. De DecisionDx-Melanoma-test en de Merlin-test zijn wel ver gekomen en worden momenteel gevalideerd. Hollestein: ‘Het klinische voordeel van de DecisionDx-Melanoma-test is vooralsnog heel laag. Dat komt waarschijnlijk doordat de test met een ander doel is ontwikkeld, namelijk voorspellen van het risico op terugkomst van het melanoom en metastasen bij melanomen in stadium T1 tot 3. Als het gebruik afwijkt van het primaire doel bij ontwikkeling, dan krijg je minder goede resultaten.’
‘Als het gebruik van een test afwijkt van het primaire doel bij ontwikkeling, krijg je minder goede resultaten.’