De nieuw opgerichte Commissie ter Beoordeling van Oncologische Diagnostiek zal vanaf begin volgend jaar adviezen uitbrengen over de inzet van moleculaire diagnostiek om na te gaan of er een indicatie is voor doelgerichte therapie. Klinisch moleculair bioloog prof. dr. Ed Schuuring en internist-oncoloog prof. dr. Hans Gelderblom vertellen over de ontwikkelingen om de moleculaire diagnostiek naar een hogere kwaliteitsstandaard te brengen.
Op het gebied van de moleculaire diagnostiek in de oncologie in Nederland zijn er diverse ontwikkelingen. Allereerst is de Commissie ter Beoordeling van Oncologische Diagnostiek (cieBOD) opgericht. Daarnaast heeft een aantal moties die door de Tweede Kamer zijn aangenomen ertoe geleid dat ook de uitvoering van de moleculaire diagnostiek opnieuw wordt georganiseerd. Schuuring en Gelderblom zijn bij beide trajecten van Zorginstituut Nederland (ZiNL) intensief betrokken.
Schuuring benadrukt dat de huidige stand van de moleculaire pathologie in Nederland al op een hoog niveau ligt. ‘Ik heb veel contacten in het buitenland en dan zie je dat we redelijk vooroplopen. Er zijn een aantal andere landen die dit ook goed geregeld hebben, zoals Duitsland en Engeland, maar wij hebben het landsbreed wat beter geregeld. Daarmee bedoel ik dat we een goed vergoedingssysteem voor geneesmiddelen hebben en dat er mogelijkheden zijn voor gebruik van niet-vergoede zorg, bijvoorbeeld via de DRUP-studie. Ik weet dat andere landen daar heel jaloers op zijn.’
Gelderblom heeft juist een Europese subsidie gekregen voor het project ‘Personalized cancer medicine for EU (PCM4EU, red.)’, een Europees equivalent van de DRUP-studie. ‘Daarin werken de Europese landen samen in een concept naar analogie van de DRUP-studie om de moleculaire diagnostiek in Europa naar een hoger niveau te tillen en om de toegang tot precisiegeneesmiddelen te verbeteren.’ Overigens ziet Gelderblom op het gebied van sequencing Noorwegen als koploper in Europa ‘Daar is brede next generation sequencing (NGS) beschikbaar voor iedereen, dat is in Nederland nog niet het geval.’
Advies over test
In het geval dat nieuwe doelgerichte geneesmiddelen beschikbaar komen, kan de moleculaire diagnostiek nog verbeterd worden, menen Schuuring en Gelderblom. Schuuring: ‘Als er een nieuw geneesmiddel komt dat gericht is op een target waarop nog niet standaard wordt getest, zoals NTRK, dan is de vraag welke test je moet gebruiken om de aanwezigheid van afwijkingen in dit target te bepalen. Dat laten we in Nederland momenteel aan de pathologische laboratoria zelf over. Als klinisch moleculair biologen in de pathologie zijn we verantwoordelijk voor de keus van de juiste test. Zo zou het ene lab voor een relatief eenvoudige test kunnen kiezen die naar één target of de meestvoorkomende afwijkingen in dat target kijkt, terwijl een wat groter instituut de voorkeur geeft aan een meer complete en uitgebreidere test.’
Eén van de taken van cieBOD zal zijn om bij nieuwe doelgerichte geneesmiddelen een advies uit te brengen over de te gebruiken tests, vertelt Schuuring. ‘Als er een nieuw geneesmiddel is goedgekeurd en wordt vergoed, dan kunnen artsen en beroepsverenigingen de vraag neerleggen welke test gebruikt zou moeten worden om te bepalen of de patiënt in aanmerking komt voor de therapie. Dat gaan wij vervolgens uitzoeken in de cieBOD.’
Bij het opstellen van de adviezen wordt met allerlei aspecten rekening gehouden, beklemtoont Schuuring. ‘We gaan kijken welke testen er beschikbaar zijn en wat daarover bekend is. Daarbij kijken we niet alleen naar wat de beste test is voor bijvoorbeeld NTRK, maar ook of een test al in Nederland gebruikt wordt of makkelijk geïmplementeerd kan worden. We kijken bijvoorbeeld of een test goed past in de logistiek van het laboratorium. We nemen in ons oordeel niet zozeer de kosten van de testen mee. We vinden dat het om de inhoud gaat.’