PD-L1 is tot nu toe de beste biomarker voor de immuunoncologie. In het algemeen is de kans op succes van immuuntherapie groter bij hogere mate van PD-L1-expressie. Maar aanwezigheid van PD-L1 garandeert niet altijd een goede respons.
‘De kans op respons hangt af van de mate van expressie van PD-L1. Die expressie kan variëren en wordt bepaald met immuunhistochemie’, vertelt dr. Erik Thunnissen, patholoog in het VUmc in Amsterdam. De kleuring maakt onderscheid tussen negatief en positief. De test is al positief bij een beetje aankleuring. Tussen positief en negatief is een klein grijs gebied met zwakke aankleuring. Zo’n 80% van de tumoren heeft een homogene expressie. Dus 20% niet. Een biopt hoeft bij die 20% daarom niet altijd representatief voor de tumor te zijn. Dat kan verklaren waarom een deel van de patiënten die negatief zijn voor PD-L1 toch reageert op immuuntherapie.1
Eigen middelen en testen
De grens van de PD-L1-kleuring voor immuuntherapie hangt af van de fase van behandeling: als de helft van de tumorcellen PD-L1 tot expressie brengt (tumor proportion score van > 50%), wordt immuuntherapie als eerstelijns longkankerbehandeling verkozen boven chemotherapie, vanwege de relatief hogere responskans op immuuntherapie (pembrolizumab). Voor tweedelijnsbehandeling ligt de grens bij 1% PD-L1-expressie.2 ‘De responskans is dan weliswaar kleiner, maar wel vergelijkbaar of beter dan elke andere tweedelijnsbehandeling’,2 laat Thunnissen weten.