De KEYNOTE 564-studie toonde voor het eerst overlevingswinst aan door adjuvante behandeling bij niercelcarcinoom.1 Dit betekent dat urologen en medisch oncologen nauwer moeten gaan samenwerken bij de zorg voor patiënten met niercelcarcinoom, stellen uroloog dr. Willem Brinkman en medisch oncoloog dr. Cheryl Bruijnen, beiden werkzaam in het UMC Utrecht.
Dr. Toni Choueiri van het Dana-Farber Cancer Institute bracht het aan het begin van zijn presentatie tijdens het afgelopen ASCO-GU congres als groot nieuws. Na 17 randomized controlled trials in de afgelopen 50 jaar naar de waarde van adjuvante therapie bij niercelcarcinoom – waaraan in totaal ruim 12.000 patiënten deelnamen – is er nu eindelijk een adjuvante behandeling gevonden waarmee na nefrectomie een vervolgbehandeling beschikbaar is.
FIAT DUTCH RENAL CANCER GROUP
Brinkman en Bruijnen schuiven aan om te vertellen wat deze nieuwe behandeloptie voor hun samenwerking betekent. Want die wordt belangrijker. Internist-oncoloog Bruijnen legt eerst de huidige stand van zaken uit: ‘Op basis van de publicatie van de winst in progressievrije overleving door de adjuvante behandeling met pembrolizumab gaf de NVMO-commissie BOM in 2022 een voorlopig positief advies over deze behandeling. De Dutch Renal Cancer Group (DRCG, red.) heeft toen echter gezegd te willen wachten op uitkomsten over de algehele overleving alvorens deze behandeling in Nederland aan te bevelen. De behandeling kan immers soms ook leiden tot ernstige en blijvende bijwerkingen. Dan wil je graag zekerheid dat de behandeling levensverlengend is. Nu dit inderdaad het geval blijkt te zijn, heeft de DRCG ook haar fiat gegeven. Onlangs hebben ook de zorgverzekeraars de vergoedingsstatus op ja gezet.’ Brinkman, staflid oncologische urologie, schetst vervolgens de relevantie van de KEYNOTE 5641 wat betreft het aantal patiënten, want deze studie heeft betrekking op ongeveer een kwart van de mensen met niercelcarcinoom. Brinkman: ‘De meerderheid van de patiënten, tegenwoordig bijna 60 procent, heeft bij diagnose stadium I ziekte. Deze patiënten hebben zo’n laag risico op een recidief na nefrectomie dat een adjuvante behandeling niet zinvol is. Aan de andere kant van het spectrum zitten de mensen met gemetastaseerde ziekte, zo’n 20 procent van het geheel. Bij hen is een eerstelijns systemische behandeling met dubbele immuuntherapie of immuuntherapie plus een TKI de standaard behandeling. Dan houd je dus ongeveer een kwart van de patiënten met niercelcarcinoom over die op papier in aanmerking zouden kunnen komen voor adjuvante behandeling met pembrolizumab.’