Het landschap ten aanzien van de medicamenteuze behandeling van (gemetastaseerd) niercelcarcinoom is momenteel sterk in beweging. Behalve met een betere overleving gaan de nieuwe behandelingen ook gepaard met (extra) bijwerkingen. Wat betekent dit voor de kwaliteit van leven? Medisch-oncoloog dr. Maureen Aarts (MUMC+ en bestuurslid WIN-O) en Lisa Bracht, voorzitter van de patiëntenvereniging Leven met Blaas- of Nierkanker, aan het woord hierover.
‘Het klinkt hard’, stelt Lisa Bracht, ‘maar je zou het eigenlijk een luxeprobleem kunnen noemen dat we het nu hebben over het optimaliseren van de kwaliteit van leven tijdens de behandeling van uitgezaaid niercelcarcinoom. Tien jaar geleden kwam dit onderwerp amper ter sprake, want er waren simpelweg geen effectieve behandelingen. Binnen twee jaar was je dood. Zelf leef ik nu al negen jaar met gemetastaseerd niercelcarcinoom.’
Dat is mede te danken aan de stormachtige ontwikkeling die de behandeling van gemetastaseerd niercelcarcinoom het afgelopen decennium heeft doorgemaakt. De komst van TKI’s, mTOR-remmers, angiogeneseremmers en immunotherapie heeft bijgedragen aan een betere overleving van de patiënten. Tegenover het feit dat alleen al het vooruitzicht op een langere overleving kan leiden tot een aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van leven van de patiënt met gemetastaseerd niercelcarcinoom, staat echter het feit dat deze behandelingen – zoals bij iedere behandeling het geval is – gepaard gaan met bijwerkingen die de kwaliteit van leven kunnen verminderen. ‘Het is daarom bij iedere patiënt altijd een kwestie van het zoeken naar de juiste balans tussen de voor- en nadelen van de behandeling’, vertelt Aarts. ‘Als het om de aantasting van kwaliteit van leven gaat, moet je om te beginnen onderscheid maken tussen twee zaken. De mate waarin de ziekte de kwaliteit van leven beïnvloedt en de mate waarin de behandeling de kwaliteit van leven beïnvloedt.’
‘Om met het eerste te beginnen: de mate waarin gemetastaseerd niercelcarcinoom de kwaliteit van leven beïnvloedt varieert enorm. Het hangt er allereerst vanaf waar de metastasen zich bevinden. Metastasen in de longen en metastasen in de lymfklieren, de twee meest voorkomende lokalisaties, geven over het algemeen weinig klachten. De patiënt voelt zich doorgaans goed en heeft een goede kwaliteit van leven. Is er echter sprake van viscerale metastasen of botmetastasen, dan ligt de situatie anders. Met name de botmetastasen kunnen veel pijn veroorzaken en/of leiden tot een fractuur, hetgeen uiteraard leidt tot een lage kwaliteit van leven. Vaak is dan pijnstilling met opiaten of een bestraling nodig om de kwaliteit van leven te verbeteren. Behalve de locatie speelt ook het volume metastasen een rol. Een hoog volume heeft meer invloed op de kwaliteit van leven.’