Patiënten met gemetastaseerd prostaatcarcinoom leven steeds langer. Het belang van de kwaliteit van leven neemt navenant toe. Patiënten vragen tegenwoordig vaak zelf expliciet naar de impact van de behandeling op de kwaliteit van leven. Internist-oncoloog Danny Houtsma vindt dat terecht en hoopt voor de toekomst dat behandelaars structureel navraag doen naar de kwaliteit van leven en deze informatie automatisch in het elektronisch patiëntendossier opnemen.
‘De laatste jaren is er veel veranderd in de behandeling van prostaatcarcinoom en dat zie je terug in de aandacht voor de kwaliteit van leven’, vertelt Houtsma. ‘We hebben nu veel meer behandelmogelijkheden voor gemetastaseerd prostaatcarcinoom, zoals tweedelijns hormoontherapie met abirateron en enzalutamide, chemotherapie met cabazitaxel, behandeling met radium en olaparib voor BRCA-gemuteerd prostaatcarcinoom’, somt hij op. Doordat de ziekte beter te behandelen is, hebben patienten minder vaak ernstige pijn. Maar er is ook veel veranderd in hoe er naar kwaliteit van leven wordt gekeken, merkt Houtsma. ‘We hebben veel meer oog voor de kwaliteit van leven dan 10 tot 15 jaar geleden. Dat geldt niet alleen voor de behandelaar, maar ook voor de patiënt. De gemiddelde patiënt begint zelf al heel snel tijdens het eerste consult over de kwaliteit van leven. Kwaliteit van leven is echt een ingeburgerde term geworden.’
Dat er meer behandelperspectief is, ook voor de oudste patiënten, noemt hij heel positief. ‘Patiënten met prostaatcarcinoom zijn gemiddeld oudere patiënten, maar mensen worden tegenwoordig relatief gezond oud. Om er zeker van te zijn dat iemand alleen een behandeling krijgt die hij aankan, worden alle patiënten boven de zeventig jaar bij ons in het HagaZiekenhuis gescreend op kwetsbaarheden. Indien de vragenlijsten aantonen dat er domeinen zijn met kwetsbaarheden dan worden de patiënten gezien door een internist-ouderengeneeskunde. Vaak komen uit dat consult wel een paar aandachtspunten naar voren, maar als de internist-oncoloog daar rekening mee houdt, is behandeling meestal heel goed mogelijk.’ Meer behandelperspectief heeft volgens Houtsma ook een schaduwkant. ‘Het komt nu regelmatig voor dat patiënten in een behandeltraject drie of vier keer slecht nieuws krijgen, als blijkt dat de behandeling van dat moment niet meer werkt.’