In de oncologie wordt momenteel volop gezocht naar biomarkers die gebruikt kunnen worden bij onder meer selectie van patiënten voor bepaalde behandelingen. Hiermee komen personalized medicine en mogelijke positieve effecten op verbetering van kwaliteit van leven een stap dichterbij. Voor prostaatcarcinoom is de biomarker AR-V7 veelbelovend, vertelt internistoncoloog dr. Martijn Lolkema van het Erasmus MC in Rotterdam.
AR-V7 (androgeenreceptor splice variant 7) is een marker van in bloed circule rende tumorcellen met een sterke voor spellende waarde voor behandeling van hormoonresistente gevorderde prostaatcarcinoom. AR-V7 hoopt zich op in tumor cellen en leidt tot ongevoeligheid voor hormonale therapie. Het is een variant van de androgeenreceptor en is altijd geacti veerd, onafhankelijk van de aanwezigheid van testosteron. AR-V7 is te meten in circulerende tumorcellen in het bloed van de patiënt. ‘Dat is de basis voor de eerste echte biomarker bij prostaatcarcinoom’, zegt Lolkema. ‘Maar de biomarker is er nog niet, dus het is nog geen standaardzorg. Er zijn wel mooie studies gepubliceerd, die suggereren dat patiënten met AR-V7 ongevoelig zijn voor hormoontherapie.’
De gepubliceerde studies zijn echter alle maal retrospectief. Daarom start op korte termijn de eerste prospectieve studie: de CARVE-V7-studie die vanuit Rotterdam wordt gecoördineerd en waaraan zeven centra in Nederland deelnemen. ‘We gaan onderzoeken of AR-V7-positieve patiënten wel gevoelig zijn voor chemotherapie. Dat is belangrijk om te weten, want anders is de biomarker niet zo zinvol. Je wilt immers niet alleen weten waar de patiënt ongevoelig voor is, maar ook welke behandeling je nog wél kunt geven. Daarom gaan we honderd patiënten testen die na chemotherapie met docetaxel voor tweedelijnsbehandeling in aan merking komen. In de tweede lijn kunnen we nu kiezen uit nieuwe hormonale behandelingen zoals abiraterone en enzalutamide, of de tweedegeneratiechemotherapie: cabazitaxel. In de studie zullen AR-V7-positieve patiënten worden behandeld met cabazitaxel. Als zij daar op reageren, dan is er dus een heel duidelijke keuze voor deze groep patiënten.’
De komst van deze biomarker is erg welkom, want er is grote behoefte aan biomarkers voor prostaatcarcinoom. Met name voor de tweede lijn is de behandelkeuze nu grotendeels afhankelijk van de voorkeur van de behandelaar en van de verwachte bijwerkingen. Maar het is niet duidelijk wat de meest effectieve behandeling is. ‘We weten gewoon niet wat de beste therapie is voor de patiënt die voor je zit in de spreekkamer’, stelt Lolkema. ‘Ik denk en hoop dat AR-V7 als eerste biomarker geregistreerd gaat worden.’ De komende studie wordt gecoördineerd vanuit het Erasmus MC, omdat dat het grootste centrum is voor de AR-V7-bepaling in circulerende tumorcellen.