Met drie voordrachten tijdens de Presidential Symposia was onderzoek naar de behandeling van urotheelcelcarcinoom prominent aanwezig op het ESMO Congress 2025, constateert internist-oncoloog dr. Debbie Robbrecht. ‘Diverse studies benadrukten de potentiële rol van circulerend tumor-DNA als ondersteuning bij behandelkeuzes.
De uitkomsten van de IMvigor011-studie illustreren mooi de potentie van circulerend tumor-DNA (ctDNA) als ondersteunende biomarker. De studie onderzocht opnieuw bij patiënten met hoogrisico spierinvasief urotheel-celcarcinoom van de blaas de meerwaarde van een adjuvante behandeling met atezolizumab. Eerder vond de IMvigor010-studie geen meerwaarde van zo’n adjuvante behandeling.1 Een post-hoc analyse van deze studie suggereerde echter dat patiënten met aantoonbaar ctDNA in het bloed na de cystectomie mogelijk wel baat kunnen hebben bij een adjuvante behandeling met atezolizumab. ‘De IMvigor011-studie includeerde daarom alleen patiënten bij wie op enig moment tot 1 jaar na de cystectomie ctDNA in het bloed kon worden aangetoond. In deze populatie leidde de adjuvante behandeling wel tot een significant betere algehele overleving (OS) met een mediaan van 33 maanden met atezolizumab versus 21 maanden in de placebogroep (HR: 0,59).2
Ook de CheckMate-274 studie liet potentie van ctDNA als biomarker zien. Deze studie onderzocht of er meerwaarde is van adjuvant nivolumab bij patiënten met een hoogrisico spierinvasieve blaaskanker. De adjuvante behandeling leidde tot een significant langere ziektevrije en algehele overleving.3 Een exploratieve analyse onder 133 van de 709 geïncludeerde patiënten liet echter alleen meerwaarde zien van adjuvant nivolumab bij patiënten bij wie ctDNA in het bloed werd aangetroffen. Bij hen verbeterde de adjuvante therapie de mediane ziektevrije overleving (mDFS) van 2,8 naar 7,4 maanden (HR: 0,35). Bij patiënten met een negatieve ctDNA-test had adjuvant nivolumab geen toegevoegde waarde (mDFS HR 0,99). Wel hebben deze patiënten een veel betere prognose; de mDFS zonder adjuvante behandeling bedroeg 52,2 maanden. Robbrecht: ‘Beide studies suggereren dat ctDNA een behulpzame biomarker kan zijn bij de keuze tussen wel of geen adjuvante behandeling met atezolizumab of nivolumab.’ Daarbij merkt ze op dat het implementeren van ctDNA als biomarker in de dagelijkse routine niet eenvoudig is.




