Toepassen van immuuntherapie bij multipel myeloom (MM) ligt voor de hand. Bij MM is immers sprake van suppressie van het afweersysteem. Dit geeft de tumorcellen de mogelijkheid te ontsnappen aan het immuunsysteem en zich te vermenigvuldigen. Het arsenaal aan immuuntherapeutica dat effectief is bij MM neemt gestaag toe. Internist-hematoloog prof. dr. Niels van de Donk (Amsterdam UMC) schetst de ontwikkelingen.
‘Immuuntherapie bij MM is er in verschillende smaken’, steekt Van de Donk van wal. ‘Oude bekenden zijn natuurlijk lenalidomide en pomalidomide, middelen die we IMiDs, voluit immunomodulatory drugs, noemen. Zij maken al lang deel uit van de diverse medicijncombinaties voor de behandeling van nieuw gediagnostiseerd MM en recidief MM. Onlangs zijn er twee medicijnen, iberdomide en CC-92480, ontwikkeld met eenzelfde werkingsmechanisme, namelijk binden aan cereblon en daardoor afbraak induceren van de eiwitten Ikaros en Aiolos. Deze twee medicijnen, ook wel aangeduid met de term CELMoDs (cereblon E3 ligase modulating drugs, red), binden krachtiger aan cereblon vergeleken met de IMiDs met als gevolg een sterkere immuunstimulatie en een hogere anti-myeloomactiviteit.1 De klinische effectiviteit van iberdomide bij MM wordt nu in diverse studies onderzocht. Zoals de onder de vlag van het European Myeloma Network gestarte studie met iberdomide als onderhoudstherapie na autologe stamceltransplantatie.’2 Een andere al langer beschikbare immuuntherapie bij MM zijn de anti-CD38-antilichamen zoals daratumumab en isatuximab.
Van de Donk: ‘Deze immuuntherapeutica zijn, in combinatie met IMiDs en/of proteasoomremmers zoals bortezomib en carfilzomib, effectief gebleken bij patiënten met een recidief. Inmiddels is de meerwaarde van daratumumab ook in de eerstelijnsbehandeling aangetoond. De CASSIOPEIA-studie heeft aangetoond dat het toevoegen van daratumumab aan bortezomib/thalidomide/dexamethason, kortweg D-VTd, bij patiënten die geschikt zijn voor transplantatie leidt tot een hoger percentage patiënten met een complete respons en/of negatieve minimale restziekte, wat zich vertaalt in een betere progressievrije overleving (PFS).3 En de MAIA-studie heeft laten zien dat in de eerste lijn toevoegen van daratumumab aan lenalidomide/dexamethason, D-Rd, bij patiënten die niet geschikt zijn voor transplantatie de progressievrije en totale overleving (OS) substantieel verbetert.4 En indien daratumumab wordt gecombineerd met VMP, bortezomib-melfalan-prednison, is er ook een verbetering van respons, PFS en OS. Op basis van deze studies is daratumumab als eerstelijnsbehandeling door de EMA goedgekeurd maar de vergoeding voor de combinaties D-VTd en D-Rd is in Nederland helaas nog niet geregeld.’