De uitkomsten van studies met neoadjuvante immuuntherapie bij niet-gemetastaseerd colorectaal carcinoom waren grensverleggend, oordeelt internist-oncoloog dr. Myriam Chalabi. Overige presentaties tijdens 2022 ASCO Annual Meeting over gemetastaseerd colorectaal carcinoom waren in haar opinie wel interessant, maar niet vernieuwend.
De NICHE-studie met neoadjuvante immuuntherapie bij patiënten met niet-gemetastaseerd colorectaal carcinoom (CRC) is van eigen huize en onder de hoede van Chalabi.1 ‘In deze studie zijn 32 patiënten met een MMR-deficiënte tumor en 31 patiënten met een MMR-proficiente tumor, grotendeels radiologisch stadium III, behandeld met één lage dosis ipilimumab, 1 mg/kg, en twee doses nivolumab, 3 mg/kg. Binnen 6 weken na de eerste gift vond de resectie van de tumor plaats en werd beoordeeld in hoeverre sprake was van een pathologische respons. In vrijwel alle MMR-deficiënte tumoren, 97 procent, was een majeure pathologische respons zichtbaar, en in 69 procent zelfs een complete pathologische respons. Na een mediane follow-up van 29 maanden zagen we bij geen enkele patiënt een recidief. We breiden het aantal patiënten met MMR-deficiënt tumoren in de studie nu uit tot 100. Van de patiënten met een MMR-proficiënte tumor had ook een aanzienlijk deel, 30 procent, een pathologische respons, 23 procent had een majeure en 10 procent een complete respons. Dat was heel bijzonder. Ook kreeg geen van deze responders een recidief, tot nu toe. Ook dit cohort in de studie wordt nu uitgebreid.’
Geheel in lijn met de bevindingen van de NICHE-studie trof Chalabi een studie bij 14 patiënten met stadium II/III MMR-deficiënt rectumcarcinoom. Zes maanden neoadjuvante therapie met de PD1-remmer dostarlimab zorgde bij alle patiënten voor een klinisch complete respons.2 Tijdens de follow-up met watchful waiting kreeg niemand een recidief. ‘Deze studie sluit aan bij onze NICHE studie’, zegt Chalabi. ‘Alleen is hier niet bekend wat de pathologische respons was doordat er geen operatie heeft plaatsgevonden. Daarnaast kun je je afvragen of 6 maanden neoadjuvante behandeling niet wat lang is.’ Op basis van deze twee studies wil Chalabi wel concluderen dat neoadjuvante immuuntherapie zowel bij MMR-deficiënte als MMR-proficiëntie tumoren te prefereren valt boven neoadjuvante chemotherapie.