In februari hield de ASCO haar 2019 Genitourinary Cancers Symposium. Prof. dr. Igle Jan Jong, dr. Michiel van der Heijden en prof. dr. Susanne Osanto reisden af naar San Francisco en zetten voor de thuisblijvers het belangrijkste nieuws op een rij.
‘In het algemeen viel me op dat onze collega’s in de Verenigde Staten het gebruik van MRI bij de diagnostiek van prostaatcarcinoom en het nemen van biopten nu ook omarmen’, steekt De Jong van wal. ‘De vorig jaar gepubliceerde resultaten van de PRECISION-studie1 zullen daaraan hebben bijgedragen. MRI-geleid biopteren leidt, in vergelijking met at random biopteren, tot minder overdiagnostiek – dat wil zeggen: het opsporen en behandelen van klinisch niet-significante tumoren. De discussie in de wandelgangen was wel: wat te doen bij mannen met een verdenking op prostaatcarcinoom, maar met een negatieve MRI? Afzien van biopteren of toch at random biopteren?’
‘Een ander discussiepunt was hoe te handelen bij oligometastasen’, aldus De Jong. ‘Het lijkt erop alsof er een groep patiënten bestaat die heel lang slechts enkele metastasen behouden. Ik zie ze zelf soms ook. Mogelijk is voor hen naast de behandeling van de primaire tumor een op de metastasen gerichte behandeling voldoende. Het ontbreekt echter nog aan diagnostische instrumenten om deze patiënten te identificeren. De situatie ten aanzien van dit onderwerp werd mooi gekarakteriseerd door de uitspraak “a topic of great interest and no evidence”. Er is dus meer onderzoek nodig.’