Het is moeilijk te zeggen wanneer veelbelovende nieuwe behandelingen voor mammacarcinoom rijp zijn voor de praktijk, vindt internist-oncoloog Karin Beelen. Zij trof op ESMO Congress 2025 tussen alle presentaties ontwikkelingen in de behandeling van specifieke patiëntengroepen waar ze blij van werd. Maar procedures rond registratie en vergoeding zullen gebruik nog lang tegenhouden.
Karin Beelen is blij maar reëel over een aantal nieuwe behandelopties die de revue passeerden. TROPION-Breast 02 en de ASCENT-03- studie sprongen eruit voor haar. Deze studies onderzochten respectievelijk datopotamab deruxtecan (Dato-DXd) en sacituzumab govitecan (SG) bij patienten met lokaal gevorderde of gemetastaseerde triplenegatief mammacarcinoom (TNBC) die geen immuuntherapie kunnen krijgen.1-2 ‘Het unieke aan de TROPION-Breast 02-studie was dat ook patiënten met een heel kort ziektevrij interval mochten meedoen. Studies eisen meestal dat patiënten 6 maanden of langer ziektevrij zijn. Het zijn juist de patiënten die kort na primaire behandeling metastasen ontwikkelen waar we het meest bezorgd over zijn.’
In TROPION-Breast 02 zijn 644 patiënten met een niet eerder behandeld lokaal gevorderd of gemetastaseerd TNBC gerandomiseerd naar behandeling met Dato-DXd en chemotherapie naar keuze van de behandelaar. Na een follow-up van ruim 27 maanden waren de progressievrije overleving (PFS) en de algehele overleving (OS) significant beter. De PFS nam toe van 5,6 maanden naar 10,8 maanden (HR: 0,57) en de OS ging van 18,7 naar 23,7 maanden. Een absoluut voordeel van 5 maanden. ‘Dat is behoorlijk positief’, aldus Beelen. Ook de responskans mocht er zijn: 62,5 procent met Dato-DXd en 29,3 procent bij chemotherapie. De resultaten waren vergelijkbaar in alle subgroepen, waaronder ook de patiëntengroep met een kort ziektevrij interval (21 procent had een ziektevrij interval van < 12 maanden).
‘Het waren resultaten waar de hele zaal van onder de indruk was’, zegt Beelen. ‘Ik zou het middel eigenlijk morgen al willen hebben. Maar hoe gaat het met de registratie en de financiële vergoeding? Ik ben bang dat we met allerlei procedures jaren verder zijn en nieuwe middelen eindeloos in de sluis blijven.’




