Tijdens ESMO Congress 2022 werden de uitkomsten van vijf fase III-studies gepresenteerd. In slechts één hiervan werden de primaire eindpunten behaald. Hiermee was de nieuwswaarde van het onderzoek over niercelcarcinoom volgens internist-oncoloog dr. Metin Tascilar wat teleurstellend. Niet ‘practice changing’, maar ‘practice informing’.
In Nederland is er op dit moment nog geen adjuvante therapie beschikbaar voor patiënten met niercelcarcinoom, waarbij een hoog risico op het terugkeren van de ziekte bestaat. ‘Er is wel een medical need en dus is het teleurstellend dat de studies waarin adjuvante immuuntherapie is onderzocht allemaal negatief zijn. Dit is voor mij onverwacht, vanwege de effectiviteit van deze therapieën in de gemetastaseerde setting en de vorig jaar gepresenteerde positieve studieresultaten van de Keynote-564-studie, waarbij het primaire eindpunt ziektevrije overleving wel werd behaald met de PD1-remmer pembroluzimab.’1
De IMmotion010-studie was één van de drie studies, waarin adjuvante immuuntherapie in de behandeling van niercelcarcinoom is geëvalueerd.2 ‘In deze studie zijn niercelcarcinoompatiënten met een verhoogd risico op recidief na een curatieve resectie, gerandomiseerd naar de PD-L1-remmer atezolizumab of placebo. De klinische resultaten verbeterden niet door de adjuvante behandeling met immuuntherapie. Uit de subgroepanalyses bleek wel een mogelijk effect van atezolizumab op tumoren met sarcomatoïde kenmerken en met een hoge expressie van PD-L1. Maar hier kan uitsluitend gesproken worden van een trend.’
In de Prosper-studie is nivolumab neo-adjuvant en adjuvant onderzocht.3 ‘Er is gerandomiseerd naar opereren en afwachten of één keer neoadjuvant nivolumab, dan opereren en aansluitend negen keer adjuvant nivolumab geven. Het primaire eindpunt van deze studie, de recurrence free survival, werd niet gehaald. Opvallend was wel dat in deze studie ook niet-heldercellige niercarcinomen waren geïncludeerd. In deze studie zouden analyses van het resectiemateriaal nog weleens interessante data over biomarkers kunnen opleveren. Bijvoorbeeld zouden tumoren die na één kuur nivolumab heel goed hebben gerespondeerd, belangrijke aanknopingspunten kunnen geven voor responsvoorspellende markers.’