Wat is beter bij vergevorderd ovariumcarcinoom: primair opereren gevolgd door chemotherapie of primair chemotherapie met halverwege debulking? De TRUST-studie wil een definitief antwoord op die vraag geven. Gynaecoloog-oncoloog dr. Willemien van Driel geeft commentaar op de studie.
Tijdens 2025 ASCO Annual Meeting presenteerde prof. dr. Sven Mahner, afdelingshoofd Obstetrie en Gynaecologie in het universiteitsziekenhuis van Ludwig-Maximilians-Universität in München, vanuit de Duitse AGO Studiengruppe de resultaten van de TRUST-studie, die in 2019 is gestart. Het was een breaking abstract. De studie gaat over patiënten met verder gevorderd ovariumcarcinoom, in stadium 3b tot en met 4b. De vraag is of een primaire debulking gevolgd door chemotherapie net zo goed is of beter dan interval debulking, waarbij eerst wordt gestart met chemotherapie, na drie kuren een operatie plaatsvindt, waarna nog drie kuren chemotherapie volgen. Het is een vraag die gynaecologisch en oncologisch specialisten al lang bezighoudt, volgens gynaecoloog-oncoloog Willemien van Driel. ‘Dit is een studie waarop we echt gewacht hebben en waarop de beroepsgroep zegt dat met deze uitkomst de vraag wel is beantwoord.’
STRENGE SELECTIE
Uit studies in het verleden kwam steeds naar voren dat er geen verschil is tussen de twee behandelstrategieën. Maar daarmee was het pleit nog niet beslecht. ‘Er is veel kritiek geweest op de opzet van die eerdere studies’, zegt Van Driel. Daarom zette Mahner de internationale TRUST-studie op, met heel duidelijke en strikte criteria om patiënten te randomiseren. Ook de selectie van deelnemende centra was streng: alle centra die mee hebben gedaan, zijn van tevoren bezocht door het studieteam om te waarborgen dat de chirurgische teams alles in huis hadden om de operaties goed uit te voeren. Volgens de resultaten die Mahner op het congres presenteerde – het uiteindelijke artikel moet nog verschijnen – is in geselecteerde patiënten primaire debulking beter. En hoewel het primaire eindpunt – een statistische verbetering van de algehele overleving – niet is bereikt, geeft primaire debulking een betere mediane progressievrije overleving ten opzichte van interval debulking. Van Driel plaatst wel een kanttekening bij die resultaten. ‘De totale overleving in beide armen is hetzelfde. Dat is wat mij betreft een defnitief antwoord op de vraag welke van de twee strategieën te prefereren is.’ Zij vond het opvallend dat er zo werd gefocust op de progressievrije overleving. ‘Ik denk dat dit is omdat de onderzoekers het jammer vinden dat het primaire eindpunt geen verschil liet zien. Omdat zij voorstander zijn van primair opereren – daar kennen we deze groep voornamelijk van – zijn ze op zoek naar een subgroep waarbij primair opereren beter is. Dat proef je uit de manier waarop ze hun resultaten presenteren.’