Bij de meeste patiënten met multipel myeloom keert de ziekte na de eerstelijnsbehandeling vroeg of laat weer terug. Patiënten kunnen dan opnieuw worden behandeld. Hematoloog prof. dr. Pieter Sonneveld (Erasmus MC, Rotterdam) vertelt welke mogelijkheden er zijn.
Het doel van de eerstelijnsbehandeling is curatie, ook al is de kans daarop klein. Bij tweedelijnsbehandeling is er eigenlijk geen kans meer op curatie, stelt Sonneveld. ‘Dan gaat het dus meer om beheersbaarheid van de ziekte, zowel voor de patiënt als voor de behandelaar. Het doel wordt dan meestal om een langdurige remissie te bereiken. Als het lukt om remissie te induceren, dan verdwijnen grotendeels de ziekteverschijnselen en treedt geen verdere beschadiging op van bijvoorbeeld botten of nieren.’
Switchen
Behandeling in de tweede lijn hangt af van de resultaten van de eerstelijnsbehandeling, die meestal gebeurt met een proteasoomremmer (PI) of een immunomodulator (IMiD). In de tweede lijn kan gekozen worden voor nogmaals zo’n schema, bijvoorbeeld na een langdurige remissie zonder veel bijwerkingen in de eerste lijn. Maar bij de meeste patiënten is dat niet haalbaar, laat Sonneveld weten. ‘Dan wordt geswitcht van een proteasoomremmer naar een IMiD of andersom, zoals ook in de richtlijn staat beschreven.1 Wat betreft proteasoomremmers hebben we tegenwoordig de keus uit bortezomib, carfilzomib en ixazomib, waarvan alleen bortezomib is goedgekeurd voor de eerste lijn. We geven deze middelen meestal als tripletbehandeling in combinatie met thalidomide, lenalidomide of cyclofosfamide en dexamethason. Alleen voor veel oudere patiënten is dat te zwaar vanwege de bijwerkingen, dus dan geven we een gereduceerde dosering van een triplet-schema of een combinatie van twee middelen. De voorkeur gaat dan uit naar carfilzomib-dexamethason, op basis van de recent gepubliceerde gerandomiseerde fase 3 ENDEAVOR-studie.’ 2