Er zijn steeds meer genetische mutaties bekend die de motor kunnen vormen achter de groei van een longcarcinoom. Nog lang niet iedere patiënt wordt echter op de aanwezigheid van zulke driver-mutaties getest. De financiering van de testen, logistieke en communicatieve beperkingen en verouderde kennis staan het adequaat gebruik van de mogelijkheden om te testen in de weg, aldus prof. dr. Michel van den Heuvel.
Het kan tegenwoordig relatief eenvoudig: een buisje bloed afnemen bij patiënten met longcarcinoom en de daarin circulerende tumorcellen testen op een aantal bekende mutaties. Dit loont ook steeds meer de moeite, want er is een groeiend aantal doelgerichte medicijnen die voor een klein percentage van de patiënten een groot verschil kan maken. ‘Het gaat om stuk voor stuk zeldzame mutaties, maar bij elkaar genomen is er een grote groep patiënten met longcarcinoom bij wie een driver-mutatie ten grondslag ligt aan de tumorgroei’, vertelt Van den Heuvel. ‘Doelgerichte medicijnen werken dan vaak erg goed. De kans op een respons ligt boven de 60 procent en als er een respons optreedt, dan is die vaak langdurig, terwijl de bijwerkingen over het algemeen mild zijn. Longcarcinoom is nog steeds de vorm van kanker met de grootste mortaliteit. Het is geweldig om te zien dat we de overleving kunnen verveelvoudigen als de precisiegeneeskunde aanslaat.’ Driver-mutaties komen vooral – maar niet alleen – voor bij longcarcinoompatiënten die niet of nauwelijks gerookt hebben. Zij hebben meestal weinig mutaties in de tumorcellen, maar wel net die ene driver-mutatie die de tumorgroei aanzwengelt.
Nieuwe biomarkers
Er zijn op dit moment vijf markers waarop elke patiënt met de diagnose niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) volgens de richtlijn getest zou moeten worden. Het gaat om variaties in de genen EGFR, ALK, ROS, BRAF en om PD-L1-expressie voor immuuntherapie. Voor elk van deze biomarkers zijn doelgerichte medicijnen geregistreerd. Bij een mutatie in EGFR kan een EGFR-remmer worden gebruikt, de meest voorkomende doelgerichte therapie bij longcarcinoom. In 2018 werd 70 tot 75 procent van de patiënten met gemetastaseerd longcarcinoom getest op EGFR-mutaties.1 Van den Heuvel: ‘Het heeft tien jaar geduurd om die 75 procent te halen. Bij testen op ALK-translocaties is dat percentage iets sneller bereikt, maar het duurt nog steeds lang voor een nieuwe test gemeengoed is. Bij het testen op een mutatie in het gen ROS, de nieuwste loot aan de stam, zitten we nu op 40 tot 50 procent.’