In de twee presentaties van onderzoek vanuit het Dutch Melanoma Treatment Registry zag internist-oncoloog dr. Karijn Suijkerbuijk,internationale erkenning van deze grote praktijkdatabase. Ook het Nederlandse onderzoek naar achterwege laten van lymfeklierdissectie na neoadjuvante behandeling kreeg veel aandacht.
Twee Nederlandse studies maakten gebruik van data van het Dutch Melanoma Treatment Registry (DMTR). Dit register houdt al bijna tien jaar de gegevens bij van alle patiënten met gemetastaseerd melanoom en sinds 2019 ook van patiënten met stadium III melanoom. ‘Dit is het grootste prospectieve register voor gevorderd melanoom’, vertelt Suijkerbuijk. ‘Het is dan mooi om te zien dat de waarde hiervan ook internationaal steeds meer erkend wordt.’
Het eerste onderzoek vanuit DMTR betrof melanoompatiënten met ernstige bijwerkingen van immuuntherapie. Olivier van Not, arts-onderzoeker in UMC Utrecht, ging na wat de invloed was van de behandeling met immunosuppressiva op de effectiviteit van immuuntherapie.1 Hij volgde 350 patiënten met bijwerkingen van immuuntherapie, die daarvoor alleen prednison of ook nog een tweede immuunsuppresivum kregen, en keek daarbij naar de progressievrije overleving (PFS), de melanoomspecifieke overleving en de totale overleving (OS).
Suijkerbuijk werkte ook zelf aan de studie mee. ‘Alle drie overlevingscijfers waren significant slechter voor de patiënten die meer dan één immuunsuppressivum nodig hadden, ook na correctie voor verstorende factoren. Dat suggereert dat er een negatief effect is van tweedelijns immuunsuppressie. Deze uitkomst is mogelijk ook relevant voor andere tumortypen.’