Meerdere tijdens de AACR Virtual Annual Meeting 2020 gepresenteerde studies laten zien dat bloedonderzoek mogelijk bruikbaar is voor screening, diagnostiek en progostiek. De weg naar de klinische praktijk is echter nog lang, oordelen dr. Daan van den Broek en prof. dr. Ed Schuuring. Zij plaatsen kritische kanttekeningen bij het gepresenteerde onderzoek.
Twee studies betroffen vroegdiagnostiek op basis van bloedanalyse. De Circulating Cell-free Genome Atlas (CCGA)-studie gebruikt een test op basis van methylering van celvrij DNA om kanker vast te stellen bij ogenschijnlijk gezonde mensen zonder klachten.1 Eerder bekend gemaakte resultaten van deze studie wezen op een hoge specificiteit (> 99 procent) en een sensitiviteit tussen 44 en 55 procent.2 De substudie die tijdens AACR Virtual Annual Meeting is gepresenteerd keek specifiek naar patiënten met een sterke verdenking op kanker vanwege klinische of radiologische bevindingen, maar zonder pathologische bevestiging. In deze subgroep was de specificiteit van de test 100 procent. De sensitiviteit was 46,7 procent voor alle verschillende tumortypen en -stadia en 59,3 procent na uitsluiting van niertumoren die relatief weinig tumor-DNA in het bloed uitscheiden. Verder bleek de test in ongeveer 90 procent van de gevallen het orgaan van oorsprong te kunnen identificeren.
Van den Broek benadrukt dat screeningsonderzoek op basis van celvrij DNA gepaard gaat met aanzienlijke uitdagingen. ‘Een test moet een hoge specificiteit hebben en een erg goede sensitiviteit. Daarbij is de hoeveelheid celvrij DNA laag, heeft de populatie een lage voorafkans op kanker en komen er mutaties uit gezond weefsel voor.’ De studie laat al een goede specificiteit zien, maar de sensitiviteit blijft een uitdaging, aldus Van den Broek. ‘Voor alleen stadium I en II tumoren was de sensitiviteit slechts 10 tot 45 procent. Dat moet simpelweg beter om een klinisch effectief en kosteneffectief screeningsprogramma te zijn. Daarbij moet de waarde nog in real-life populatieonderzoeken worden aangetoond. Ik vond het positief dat de onderzoekers aangaven dat dit soort onderzoeken inmiddels zijn gestart.’
Schuuring merkt op dat methylatieprofielen momenteel al in de klinische praktijk worden gebruikt, bijvoorbeeld bij de diagnose van gliomen. ‘Deze studie laat zien dat met deze methylatietest de tumor te herkennen is in het bloedplasma van schijnbaar gezonde mensen zonder klachten. De onderzoekers maken er een groot punt van dat men het weefsel van oorsprong kan identificeren, maar ik denk dat een clinicus dat met een standaard anamnese al snel achterhaalt. Wat de clinicus eigenlijk wil weten is of het om een hoogrisico tumor gaat en in welk stadium de ziekte is, want dat bepaalt veelal het behandeltraject.’