Op AACR Virtual Annual Meeting 2020 zijn veel studies met doelgerichte therapie gepresenteerd. De onderwerpen waren divers. Dr. William Leenders zag interessante resultaten. Maar hij kon ook bijna altijd weer nieuwe onderzoeksvragen bedenken.
Prof. dr. Grant McArthur, Peter MacCallum Cancer Centre in Melbourne, presenteerde resultaten van de IMspire150-trial die in The Lancet gepubliceerd zullen worden.1 In deze fase III-trial is het effect onderzocht van toevoeging van de PD-L1-remmer atezolizumab aan de BRAF-remmer vemurafenib en de MEK-remmer cobimetinib bij patiënten met een BRAF V600-positief melanoom.
‘Deze studie is gebaseerd op de waarneming dat behandeling met vemurafenib en cobimetinib leidt tot een influx van immuuncellen in de tumor, die dan wellicht door atezolizumab geactiveerd kunnen worden’, licht Leenders toe. De voorlopige data laten een voordeel zien van de toevoeging van atezolizumab op de progressievrije overleving. Deze is met toevoeging van atezolizumab 15,1 maanden en zonder de PD-L1-remmer 10,6 maanden. Er lijkt ook een effect te zijn op de totale overleving: 28,8 maanden met atezolizumab en 25,1 maanden zonder het middel. Leenders vindt dit een positief resultaat, maar heeft wel een kanttekening. ‘Checkpointremmers alleen kunnen bij melanomen al een heel goed effect hebben. Mits ze aanslaan, want dat is bij slechts 30 tot 40 procent van de melanoompatiënten het geval.’ Hij mist in deze studie de vergelijking met monotherapie met atezolizumab. ‘Het zou kunnen dat bij een aantal patiënten BRAF- en MEK-remmers bovenop atezolizumab geen extra voordeel geven; en dan praten we over dure en onnodige overbehandeling. Het meten van biomarkers, zoals PD-L1-expressie, zou mogelijk tot een nog betere uitkomst voor subgroepen kunnen leiden.’