Checkpointremmers werken vaak beter als ze gecombineerd worden met angiogeneseremmers. Het onderzoek hiernaar berust op een ontdekking van 25 jaar geleden die toen niet goed werd begrepen. Angiogeneseremmers staan nu weer volop in de belangstelling, omdat er aanwijzingen zijn dat ze het responspercentage van immuuntherapie flink kunnen verhogen.
Er lopen momenteel zo’n honderd klinische studies die onderzoeken hoe effectief checkpointremmers en angiogeneseremmers samen zijn. Vijf combinaties zijn al goedgekeurd door de FDA, waarvan twee voor niercelcarcinoom, vertelt prof. dr. Arjan Griffioen, medisch bioloog.
Hij zag in 1996 al aanwijzingen dat angiogeneseremmers invloed hebben op het immuunsysteem (zie kader aan het einde van dit artikel). ‘Het mechanisme en de klinische bruikbaarheid van deze ontdekking waren destijds niet duidelijk en daardoor verdween de aandacht ervoor al snel’, zegt Griffioen terugblikkend. Medisch bioloog prof. dr. Tanja de Gruijl herinnert zich de begintijd van de angiogeneseremmers nog goed. ‘Toen ik in 1998 bij de afdeling Medische Oncologie startte was angiogeneseremming enorm populair. Het idee was dat je de tumorgroei kunt tegengaan door de tumorcellen te hinderen in de toegang tot zuurstof en groeistoffen.’
Angiogneseremmers zijn veel onderzocht bij niercelcarcinoom. Tumoren in de nier zijn vaak sterk gevasculariseerd en onbereikbaar voor het immuunsysteem. Kenmerkend is dat ze heel resistent zijn tegen chemotherapie en ook radiotherapie heeft meestal weinig effect.