Een doorbraak, zo kan de CheckMate 648-studie wel genoemd worden. Want de uitkomsten van de studie laten zien dat de combinatie immuun-chemotherapie en combinatiebehandeling immuuntherapie tot een significant betere overleving leidt bij patiënten met gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm versus chemotherapie.1 Dr. Sarah Derks, medisch oncoloog bij het Amsterdam UMC en onderzoeker bij het Oncode-instituut, is blij met de uitkomsten.
Er zit al jaren weinig beweging in het onderzoek naar behandeling van gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm. En dat terwijl het een ziekte is met een slechte prognose. De mediane overleving na diagnose ligt rond de 10 maanden.2 Een duidelijke consensus over wat je als standaard eerstelijnsbehandeling zou moeten geven, ontbreekt in Nederland. De richtlijn (richtlijnendatabase.nl) adviseert voor deze patiënten palliatieve systeemtherapie te overwegen, met de kanttekening dat de toegevoegde waarde slechts beperkt is, stelt Sarah Derks.
Verheugende uitkomsten
Derks is daarom blij met de CheckMate 648-studie. In deze driearmige fase III-studie werden 970 patiënten met gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm gerandomiseerd in een combinatiebehandeling immuuntherapie (nivolumab) en chemotherapie, een combinatiebehandeling immuuntherapie (nivolumab en ipilimumab) en de standaardbehandeling chemotherapie. De primaire eindpunten waren de mediane overleving (OS) en de progressie vrije overleving (PFS) bij patiënten met een tumor cell- PDL1-score van ≥1 procent. Daarbij is alleen gekeken is naar plaveiselcelcarcinoom, niet naar het adenocarcinoom van de slokdarm. De uitkomsten van de studie zijn verheugend, stelt Derks: ‘Bij patiënten met een positieve PD-L1-expressie van de tumorcellen van 1 procent of meer zien we een stijging van de mediane overleving van 9,1 naar 15,4 maanden met de combinatie nivolumab en chemotherapie. Dat is veel. We zien ook een groot verschil in het aantal patiënten dat na een jaar nog in leven is. Dat is 37 procent met chemotherapie, met deze combinatietherapie is dat 58 procent.’1