Het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven is een regionaal verwijscentrum voor de behandeling van het oesofaguscarcinoom. Alle patiënten uit de regio die de diagnose oesofaguscarcinoom krijgen, worden in een centraal tumorspecifiek multidisciplinair overleg (MDO) besproken. Hierdoor is de behandelvariatie sterk verminderd en de overleving significant verbeterd. Drie artsen van verschillende disciplines uit het ziekenhuis vertellen over deze aanpak.
‘In onze regio hebben we de afspraak dat de chirurgie en de behandeling met geavanceerde endoscopische technieken in het Catharina Ziekenhuis plaatsvinden. Ook de gecombineerde behandeling van bestraling en chemotherapie doen wij als expertisecentrum. Alle andere behandelingen vinden ook in de omringende ziekenhuizen plaats’, vertelt chirurg-oncoloog dr. Grard Nieuwenhuijzen.
In 2013 bleek uit cijfers dat er tussen de verschillende ziekenhuizen een grote variatie was in het aandeel patiënten dat in opzet curatief te behandelen was en daadwerkelijk ook zodanig behandeld werd. ‘Het maakte uit in welk ziekenhuis de patiënt binnenkwam’, zegt radiotherapeut dr. Maurice van der Sangen. ‘Toen zijn we de zorg voor patiënten met oesofaguscarcinoom anders gaan organiseren’, vult internist-oncoloog dr. Geert-Jan Creemers aan. ‘We hebben nu wekelijks een gezamenlijk MDO waarin we alle patiënten met oesofaguscarcinoom bespreken die in de regio gediagnosticeerd zijn, dus niet alleen maar de patiënten die naar ons worden verwezen voor een operatie, maar bijvoorbeeld ook patiënten die in een ander centrum een palliatieve behandeling krijgen. Jaarlijks bespreken we zo’n 300 tot 350 patiënten met oesofaguscarcinoom in ons MDO. Ik denk dat de kwaliteit van de beslissingen door deze besprekingen sterk verbeterd is.’
