Immuuntherapie met nivolumab in combinatie met ipilimumab of in combinatie met chemotherapie bij inoperabel gerecidiveerd of gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm is geschikt voor patiënten met een tumor cel-PD-L1 expressie van minimaal 1 procent.1 Deze bepaling moet dus eerst worden gedaan. Een PD-L1-bepaling resulteert in een tumor cell score (TC)- of een combined positive score (CPS). Patholoog dr. Evert van den Broek (UMC Groningen) en internist-oncoloog dr. Nadia Haj Mohammad (UMC Utrecht) leggen uit wat het verschil is en wanneer welke score van belang is.
Voor toepassing van immuuntherapie wordt veelal expressie van PD-L1 op tumorcellen gebruikt als voorspellende biomarker. Testen op PD-L1 kan met verschillende antilichamen, kleuringsmethoden en scorebepalingen. ‘De methode en score die in de registratiestudie is gebruikt, is vooralsnog bepalend voor toepassing van de immunotherapie na registratie’, zegt Haj Mohammad. ‘Voor gebruik van nivolumab bij plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm is de TC nodig.’
TC en CPS
De TC is het aantal aantal PD-L1 positieve tumorcellen gedeeld door het totaal aantal vitale tumorcellen, vermenigvuldigd met 100. Voor de nieuwe behandeling met nivolumab moet de TC 1 procent of hoger zijn. ‘Dat betekent dat minimaal 1 op de 100 vitale tumorcellen celmembraanaankleuring moet vertonen’, legt Van den Broek uit. ‘In ons ziekenhuis bepalen we ook de CPS. Die is gedefinieerd als het aantal positieve tumorcellen, lymfocyten en macrofagen, gedeeld door het totaal aantal vitale tumorcellen, vermenigvuldigd met 100. Het gaat dus niet om verschillende immuunkleuringen; je kleurt voor PD-L1. Afhankelijk van de TC-of CPS-score tel je het infiltraat wel of niet mee in je berekening.’ In de praktijk gaat het zo dat de internist-oncoloog bij de pathologen een PD-L1-bepaling aanvraagt. Van den Broek en zijn collega’s rapporteren daarna zowel de TC als de CPS terug. ‘Want wij weten niet precies welke behandeling de internist-oncoloog wil geven. Door beide scores te berekenen, heeft de behandelaar de vrijheid om te kiezen wat het best bij de patiënt past.’ Ook in het UMC Utrecht is dit de werkwijze, laat Haj Mohammad weten. ‘Hier zijn voor zover ik weet nog geen landelijke afspraken over tussen internist-oncologen en pathologen.’ Van den Broek vult aan: ‘We moeten met elkaar wel de afkapwaarden weten. Voor de CPS bestaan grenzen bij 5 en 10, voor TC wordt de grens van 1 procent aangehouden. Wij geven altijd de grenswaarde aan bij de berekende waarde.’ Ook voor Haj Mohammad is dit momenteel de gang van zaken: ‘Zo is het momenteel het meest praktisch.