Momenteel zijn er twee doelgerichte behandelingen geregistreerd voor de behandeling van ovariumcarcinoom: bevacizumab en olaparib. Bevacizumab wordt in combinatie met chemotherapie vaak bij het eerste recidief gegeven. BRCA-gemuteerde patiënten komen bij een platinumsensitief recidief in aanmerking voor de PARP-remmer olaparib als onderhoudsbehandeling na chemotherapie. Verder onderzoek moet leiden tot de ontwikkeling van testen die patiënten die baat hebben bij dergelijke medicijnen beter selecteren.
Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 1.100 vrouwen de diagnose epitheliaal ovariumcarcinoom; de meest voorkomende vorm van het ovariumcarcinoom. Omdat ovariumcarcinoom in het begin meestal weinig klachten geeft, bevindt de ziekte zich bij diagnose bij een ruime meerderheid van ongeveer 70 procent van de patiënten in een hoog stadium (stadium IIB, IIC, III en IV). De behandeling van deze hoge stadia ovariumcarcinoom bestaat sinds eind jaren negentig uit een combinatie van chirurgie en platinumbevattende chemotherapie – carboplatine en paclitaxel – van in totaal zes kuren met een interval van drie weken. Over het moment van inzet van het doelgerichte medicijn bevacizumab bestaat nog discussie. Bevacizumab is een monoklonaal antilichaam dat selectief aan vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF) bindt. VEGF komt o.a. aan de binnenkant van bloed- en lymfevaten voor en zorgt er onder meer voor dat de bloedvaten met de tumor meegroeien. Door de werking van VEGF te blokkeren beperkt bevacizumab de bloedvatgroei in het tumorweefsel.
Toevoeging van bevacizumab
De NVMO-commissie BOM heeft in 2013 geoordeeld dat er geen plaats is voor toevoeging van bevacizumab in de eerste lijn, aangezien het wel winst opleverde in de progressievrije overleving, maar niet in de totale overleving1, zo vertelt dr. Judith Kroep, internist-oncoloog in het Leids Universitair Medisch Centrum. ‘Er is daarna een subgroepanalyse gedaan waaruit bleek dat bij hoogstadium ovariumcarcinoompatiënten met een slechte prognose bevacizumab wel een overlevingsvoordeel gaf.2 Over die subgroepanalyse heeft de commissie BOM zich niet uitgesproken. We geven bevacizumab daarom nog niet standaard in de eerste lijn.’