Ondanks dat er in de afgelopen jaren betere behandelregimes voor het gemetastaseerd pancreascarcinoom zijn gekomen, meer patiënten een resectie ondergingen en meer adjuvante en palliatieve chemotherapie kregen, is de totale overleving van deze patiëntengroep met slechts 3 weken toegenomen. Internist-oncoloog dr. Hanneke Wilmink, bestuurslid van de Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG), vindt dit teleurstellend. ‘We hopen de 1-jaarsoverleving en kwaliteit van leven te kunnen verbeteren door implementatie van best practices.’
Pancreascarcinoom, een van de meest ernstige, agressieve vormen van kanker, treft jaarlijks ongeveer 2.500 Nederlanders. De meeste patiënten zijn mannen van 60 jaar of ouder. Ziekteprogressie treedt vaak ongemerkt op, waardoor veel van de patiënten pas klachten ervaren als de ziekte al is gemetastaseerd. Omdat artsen de diagnose vaak in een laat stadium stellen, komt een groot deel van de patiënten met een gemetastaseerd pancreascarcinoom niet meer in aanmerking voor palliatieve chemotherapie.
Feiten en cijfers
Het percentage patiënten met een gemetastaseerd pancreascarcinoom dat niet wordt behandeld met palliatieve chemotherapie is ongeveer 60 procent, zo blijkt uit een vorig jaar in European Journal of Cancer gepubliceerd artikel. De auteurs onderzochten data tussen 1997 en 2016 uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) – een cohort dat ruim 35.000 pancreascarcinoompatiënten omvat.1