Van nieuwe antilichaamgeneesmiddelconjugaten (ADC’s) tot aanpassingen in de onderhoudsbehandeling: de ontwikkelingen ten aanzien van de behandeling van triple negatief mammacarcinoom (TNBC) en HER2-positief gemetastaseerd mammacarcinoom gaan gestaag verder. Internist-oncoloog dr. Jolien Tol (Jeroen Bosch Ziekenhuis) vertelde hier onlangs over op het NABON-BOOG-symposium op 15 april.
Heel grote stappen voorwaarts zijn er na de introductie van de chemo-immuuntherapie voor TNBC, ruim twee jaar geleden, niet meer gezet wat betreft de behandeling van dit type borstkanker in de gemetastaseerde setting, constateert Tol. ‘Hopelijk is dit een spreekwoordelijke stilte voor de storm.’ Desondanks is het behandelarsenaal de afgelopen tijd nog uitgebreid met twee nieuwe opties voor de behandeling van gemetastaseerd TNBC. Dat is om te beginnen sacituzumab-govitecan, een ADC. Sacituzumab-govitecan bestaat uit een Trop-2-antilichaam, een linker en de topo-isomerase I-remmer SN-38, de actieve metaboliet van irinotecan. ‘In de ASCENT-studie leidde behandeling met sacituzumab-govitecan tot een statistisch significant langere progressievrije en totale overleving dan chemotherapie. Daarbij werd sacituzumab-govitecan toegediend aan patiënten die al minimaal twee behandellijnen, waaronder een taxaan, hadden gehad,’ vertelt Tol.1 Na registratie door de EMA in 2021 en een positief advies van de NVMO-commissie BOM in 2022 is nu ook de vergoeding voor deze behandeling geregeld en kan deze in de praktijk worden toegepast. Tol: ‘In de praktijk is de eis van twee lijnen voorbehandeling, waarbij adjuvante chemotherapie mag worden meegeteld, best pittig. Anders gezegd: een deel van de patiënten komt hier niet aan toe. Daarnaast gaat de behandeling ook gepaard met forse bijwerkingen, waaronder misselijkheid, braken en neutropenie.’
Een aantal andere ADC’s is momenteel in onderzoek als eerstelijnsbehandeling bij gemetastaseerd TNBC, zoals datopotamab deruxtecan in de TROPION BREAST02-studie.
Overgang TNBC en HER2-positief
De andere nieuwe optie is ook een ADC, namelijk trastuzumab-deruxtecan (T-DXd). ‘Dit middel kunnen we, op basis van de uitkomsten van onder andere de DESTINY-Breast03-studie, al enige tijd voorschrijven vanaf de tweede lijn als behandeling voor patiënten met HER2-positief gemetastaseerd mammacarcinoom. Aansluitend heeft de DESTINY-Breast04-studie laten zien dat ook bij patiënten met een lage expressie van HER2 behandeling met trastuzumab-deruxtecan, gegeven in tweede of latere lijn, leidt tot een significant langere progressievrije overleving dan behandeling met chemotherapie. De Commissie BOM heeft eind vorig jaar hierover ook een positief advies gegeven. Het wachten is nu op de vergoeding voor deze indicatie.’2,3 Het interessante hierbij is, stelt Tol, dat er met deze behandeloptie voor HER2-low mammacarcinoom de grens tussen TNBC en HER2-positief mammacarcinoom gradueel is geworden. ‘Het onderscheid tussen wel of geen HER2 overexpressie is goed te maken, maar nu wordt de mate van HER2-expressie van belang. De patholoog moet onderscheid gaan maken tussen HER2 0, 1+ en 2+ (ISH negatief) en HER2 overexpressie. Dat vergt harmonisatie en standaardisatie van testprocedures om de uitkomsten goed met elkaar te kunnen vergelijken.’