De PARP-remmer olaparib is sinds kort geïndiceerd als onderhoudsbehandeling bij vrouwen met primair, stadium III of IV, hooggradig, sereus of endometroïd BRCA-gemuteerd ovariumcarcinoom, die na de operatie en platinabevattende chemotherapie een complete of partiële respons vertonen.1 Dit betekent dat al kort na de diagnose de BRCA-status van de tumor bekend moet zijn. Klinisch geneticus dr. Anja Wagner (Erasmus MC) en klinisch moleculair bioloog in de pathologie (KMBP) dr. Arja ter Elst (UMC Groningen) geven uitleg over hoe dit in de praktijk in hun regio’s verloopt.
Twee jaar geleden toonden de resultaten van de SOLO1-studie aan dat een onderhoudsbehandeling met de PARP-remmer olaparib leidt tot een significant betere progressievrije overleving. Het ging hierbij om vrouwen met gevorderd, hooggradig, epitheliaal ovarium-, tuba- of primair peritoneaal carcinoom met een BRCA-mutatie, die een volledige of partiële respons vertoont na voltooien van eerstelijns platinabevattende chemotherapie.2 Op basis hiervan gaven achtereenvolgens de EMA en de NVMO-commissie BOM3 in 2019 hun fiat aan deze onderhoudsbehandeling. Sinds april 2020 is olaparib – na het succesvol doorlopen van de ‘sluisprocedure’ – daadwerkelijk beschikbaar voor vrouwen die binnen deze indicatie vallen.
‘De grootste hobbel in de praktijk is het feit dat de financiering van de BRCA-test nog niet standaard is geregeld’