Onderzoekspresentaties op het gebied van urotheelkanker boden hier en daar uitzicht op verbetering, met name bij de vroege stadia van de ziekte. Bij prostaatkanker ging het vooral om een aanscherping van eerdere bevindingen. Internist-oncologen dr. Debbie Robbrecht en dr. André Bergman bespreken het belangrijkste nieuws van ASCO Annual Meeting 2022.
‘Voor patiënten met een vroeg stadium blaaskanker werden veelbelovende resultaten gepresenteerd van een nieuwe intravesicale behandeling, maar het zal nog wel even duren voordat die op de markt is’, vertelt Robbrecht, internist-oncoloog in het Erasmus MC en gespecialiseerd in vroege fase geneesmiddelenonderzoek in de oncologie. Het nieuws betreft een combinatie van BCG met het experimentele IL-15 fusieproteïne N-803.1 ‘Dit middel bevordert de invasie van NK-cellen en CD8-positieve cellen’, aldus Robbrecht. ‘In een groep van 160 patiënten met carcinoma in situ (CIS) of papillair urotheelcelcarcinoom werd bij 71 procent van de patiënten met CIS een complete respons gezien. Na twee jaar was er bij 96 procent van hen nog geen progressie naar een spierinvasieve tumor te bespeuren. Van de patiënten met een papillair carcinoom was na twee jaar 48 procent nog steeds ziektevrij. Bij meer dan 90 procent van de patiënten in de studie bestond na twee jaar nog geen noodzaak tot cystectomie. Dit is een behandeling om in de gaten te houden. Deze intravesicale therapie lijkt effectiever dan pembrolizumab en heeft niet de bijwerkingen van systeemtherapie. Maar natuurlijk willen we nog resultaten zien bij grotere groepen patiënten.’
Neoadjuvant
Voor de neoadjuvante behandeling van spierinvasieve blaaskanker worden momenteel verscheidene combinaties van middelen onderzocht. Tijdens het congres werden de resultaten gepresenteerd van de SAKK 06/17- en de AURA-studie. SAKK 06/17 is een eenarmige fase II-studie bij 61 patiënten.2 Zij krijgen een neoadjuvante behandeling met durvalumab en gemcitabine/cisplatine en na radicale chirurgie adjuvant durvalumab. De ziektevrije overleving na twee jaar was 76 procent in de gehele groep en zelfs 100 procent voor de patiënten die een volledige pathologische respons (pCR) bereikten; deze pCR werd gezien bij 34 procent van de patiënten. De ziektevrije overleving na 2 jaar is ongeveer vergelijkbaar met wat is gezien bij neoadjuvante monotherapie met ddMVAC of atezolizumab. ‘We kijken uit naar de resultaten van de NIAGARA-studie, een gerandomiseerde fase III-studie, waarin dezelfde combinatiebehandeling wordt vergeleken met standaard neoadjuvante chemotherapie’, aldus Robbrecht.