Belangrijke ontwikkelingen zijn er vooral in de behandeling van het cervixcarcinoom en het endometriumcarcinoom, zo constateerde internist-oncoloog dr. Martin Rijlaarsdam op het ESMO Congress 2023. Enkele studies gaan op korte termijn gevolgen hebben voor de klinische praktijk, zo schat hij in.
Het programma van het ESMO-congres bevatte volgens Rijlaarsdam een aantal belangrijke en interessante presentaties over de behandeling van locoregionaal cervixcarcinoom en gemetastaseerd endometriumcarcinoom. ‘Een belangrijke vraag bij het cervixcarcinoom was: “Moeten we de locoregionale behandeling uitbreiden om meer mensen te kunnen genezen en zo ja, bij welke patiënten?” De rode draad bij het endometriumcarcinoom was: “Hoe geven we de juiste patiënt de meest passende behandeling op basis van het moleculaire tumorprofiel?”’, zo schetst Rijlaarsdam de hoofdlijnen van de presentaties.
INTERLACE-studie
Als eerste zoomt Rijlaarsdam in op twee trials over de locoregionale behandeling van het cervixcarcinoom. De eerste is de INTERLACE-trial bij vrouwen met een lokaal gevorderd cervixcarcinoom, stadium IB1-lymfeklierpositief, IB2, II, IIIB, IVA.1 In deze studie kreeg de controlegroep chemoradiotherapie (CRT) en 5 wekelijkse cycli cisplatine. De interventiearm kreeg neoadjuvant 6 weken carboplatine en paclitaxel. ‘Met alleen chemoradiotherapie (CRT) krijgt 30 procent van deze patiënten toch een recidief of metastasen. De vraag was of neoadjuvante chemotherapie hier voor winst zorgt.’