De adviezen van de commissie BOM volgen de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van nieuwe oncolytica op de voet. De aanbevelingen in de multidisciplinaire richtlijnen voor oncologische aandoeningen, daarentegen, lopen nogal eens achter bij de wetenschappelijke ontwikkelingen. Internist-oncoloog dr. Carolien Smorenburg, breekt een lans voor een aanpassing in de richtlijnprocedure zodat de richtlijn de commissie BOM op de voet kan gaan volgen.
Al ruim twintig jaar brengt de commissie BOM met de regelmaat van de klok adviezen uit over nieuwe oncologische geneesmiddelen die door de European Medicines Agency (EMA) zijn toegelaten tot de Europese markt of nieuwe indicaties van bestaande geneesmiddelen die door de EMA zijn goedgekeurd. ‘De commissie BOM beoordeelt aan de hand van objectieve criteria, de PASKWIL-criteria, of het geneesmiddel voldoende toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de reeds bestaande geneesmiddelen voor die indicatie’, legt Smorenburg uit. ‘Valt deze beoordeling positief uit, dan geeft de commissie BOM een positief advies over het gebruik van het geneesmiddel in de oncologische praktijk. Daarmee zegt de commissie BOM in feite dat het gebruik van het betreffende middel – voor die bepaalde indicatie – voldoet aan de huidige stand der wetenschap. Hetgeen voor het Zorginstituut Nederland doorgaans reden is om vervolgens de vergoeding van het middel te regelen. Voor de oncologische praktijk is een positief advies van de commissie BOM in ieder geval reden om het nieuwe medicijn of de nieuwe indicatie zo snel mogelijk te implementeren in de behandelprotocollen. Doordat deze commissie doorgaans relatief kort na de goedkeuring van de EMA met haar advies komt, kunnen de internist-oncologen in Nederland de nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen op de voet volgen.’
‘Je zou bij wijze van spreken de dag dat een advies van de commissie BOM openbaar gemaakt wordt, ook de tekst van de richtlijn kunnen aanpassen’