Trastuzumab-deruxtecan is na trastuzumab-emtansine het tweede antilichaam-geneesmiddelconjugaat dat door de EMA is goedgekeurd voor de behandeling van gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom. Aanvankelijk voor behandeling in de derde of latere lijn, maar sinds medio 2022 ook geschikt voor de tweede lijn. Internist-oncoloog dr. Inge Konings bespreekt de studies die hieraan ten grondslag lagen en kijkt welke patiënten in aanmerking komen voor de tweedelijnsbehandeling.
‘De eerste toelating van trastuzumab-deruxtecan (T-DXd) door de EMA is eind 2020 gebaseerd op de toenmalige uitkomsten van de fase II-studie DESTINY-Breast01’, vertelt Konings over de opkomst van het nieuwe antilichaam-geneesmiddelconjugaat. ‘Bij patiënten met gemetastaseerd HER2-positief mammacarcinoom die al waren behandeld met tenminste trastuzumab en T-DM1, had behandeling met T-DXd in de derde of latere lijn een zeer goed resultaat. Meer dan 60 procent van de geïncludeerde patiënten vertoonde een respons. Deze hield met een mediane duur van ongeveer 20 maanden bovendien lang aan.’ Tijdens het ESMO-congres in 2021 zijn de voor dat moment bijgewerkte resultaten van dezelfde studie gepresenteerd. Op dat moment bedroeg de mediane progressievrije overleving ruim 19 maanden en de mediane algehele overleving ruim 29 maanden.1,2 ‘Daarna heeft de fase III-studie DESTINY-Breast03 de werking van T-DXd in deze patiëntenpopulatie bevestigd’, vervolgt Konings. ‘Bijna 80 procent van de patiënten vertoonde een respons. Van de patiënten die in deze studie een behandeling kregen met T-DM1 was dat ongeveer 35 procent. Ook wat betreft de progressievrije overleving waren de patiënten die behandeld werden met T-DXd significant in het voordeel. Eén jaar na de start van de behandeling was nog zo’n 75 procent van de patiënten die behandeld waren met T-DXd progressievrij en van de van de patiënten die behandeld waren met T-DM1 34 procent. Overigens kreeg in de DESTINY-Breast03-studie ongeveer de helft van de geïncludeerde patiënten T-DXd of T-DM1 als tweedelijnsbehandeling. Bij de andere helft ging het om behandeling in de derde of latere lijn.’3
Konings vindt een meerwaarde van de DESTINY-Breast03-studie dat ook patiënten met klinisch stabiele hersenmetastasen konden meedoen. ‘Ongeveer een vijfde van de geïncludeerde patiënten had hersenmetastasen. Het resultaat van de behandeling was vergelijkbaar gunstig bij patiënten met of zonder hersenmetastasen.’